Onderzoek en redactie
2008, 2013
Bekijk de weerhouden gebouwen
Korte laan van de Louis Jasminlaan naar de lweins de Wavranslaan. Oorspronkelijk was het een doodlopende weg, die loodrecht op de Louis Jasminlaan liep. In de eerste bouwvergunningen wordt ze vermeldt als Streekweg (zie ook Louis Jasminlaan) om vervolgens als Chemin rue Louis Jasmin te worden vermeld.
Vanaf het einde van de jaren 1920 is er eventueel sprake van de omvorming van de weg tot een 12 meter brede straat. De correspondentie in de bouwaanvraag van nr. 19 (1928) vermeld duidelijk enkele na te volgen richtlijnen inzake rooilijn en de mogelijke gevolgen en kosten ter aanleg en verbreding van de weg. Pas na de Tweede Wereldoorlog, toen de wijk tot ontwikkeling kwam en de De Wavranslaan werd aangelegd, werd het rooilijnenplan voor de Tennislaan goedgekeurd bij K.B. van 24.12.1969. De meeste huizen dateren van na deze datum.
Het eerste huis in deze laan dateert van 1911 (nr. 7): het betreft waarschijnlijk een bescheiden buitenverblijf met stallingen, bestaande uit twee, L-vormig met elkaar verbonden volumes van één bouwlaag onder schilddak. Het werd meermaals sterk verbouwd, waarbij de meeste oorspronkelijke elementen verloren gingen.
Eind jaren 1920 en begin jaren 1930 werden twee villa's in art deco gebouwd. Het betreft de huidige nr. 19 en 16, respectievelijk van 1928 (architect C. Van der Meer) en 1933 (architect Vandermaelen). Laatstgenoemde werd i.o.v. lokaal aannemer Schoonejans als driegevelvilla gebouwd met zuidelijke wachtmuur, maar werd in 1956 verbouwd en verloor zijn art-decokarakter. Nr. 19 valt op door het kenmerkende spel met de volumes van de mansardedaken. Het bezit bovendien tal van interessante decoratieve elementen, zoals de indrukwekkende rondboogvormige toegangsdeur met ijzerwerk. Helaas werd echter het schrijnwerk grotendeels vervangen.
In de jaren 1950 verschenen twee gebouwen (nr. 40 en 42) op de kruising van de weg met de toen pas aangelegde De Wavranslaan.
De rest van de bebouwing dateert van de jaren 1970. Het betreft alleenstaande of per twee gekoppelde huizen in zichtbare of beschilderde baksteen.
De laan wordt gekenmerkt door talrijke aanplantingen, onder meer de bomenrijen op het voetpad, grasperken en voortuintjes in de inspringende zone.
Vanaf het einde van de jaren 1920 is er eventueel sprake van de omvorming van de weg tot een 12 meter brede straat. De correspondentie in de bouwaanvraag van nr. 19 (1928) vermeld duidelijk enkele na te volgen richtlijnen inzake rooilijn en de mogelijke gevolgen en kosten ter aanleg en verbreding van de weg. Pas na de Tweede Wereldoorlog, toen de wijk tot ontwikkeling kwam en de De Wavranslaan werd aangelegd, werd het rooilijnenplan voor de Tennislaan goedgekeurd bij K.B. van 24.12.1969. De meeste huizen dateren van na deze datum.
Het eerste huis in deze laan dateert van 1911 (nr. 7): het betreft waarschijnlijk een bescheiden buitenverblijf met stallingen, bestaande uit twee, L-vormig met elkaar verbonden volumes van één bouwlaag onder schilddak. Het werd meermaals sterk verbouwd, waarbij de meeste oorspronkelijke elementen verloren gingen.
Eind jaren 1920 en begin jaren 1930 werden twee villa's in art deco gebouwd. Het betreft de huidige nr. 19 en 16, respectievelijk van 1928 (architect C. Van der Meer) en 1933 (architect Vandermaelen). Laatstgenoemde werd i.o.v. lokaal aannemer Schoonejans als driegevelvilla gebouwd met zuidelijke wachtmuur, maar werd in 1956 verbouwd en verloor zijn art-decokarakter. Nr. 19 valt op door het kenmerkende spel met de volumes van de mansardedaken. Het bezit bovendien tal van interessante decoratieve elementen, zoals de indrukwekkende rondboogvormige toegangsdeur met ijzerwerk. Helaas werd echter het schrijnwerk grotendeels vervangen.
In de jaren 1950 verschenen twee gebouwen (nr. 40 en 42) op de kruising van de weg met de toen pas aangelegde De Wavranslaan.
De rest van de bebouwing dateert van de jaren 1970. Het betreft alleenstaande of per twee gekoppelde huizen in zichtbare of beschilderde baksteen.
De laan wordt gekenmerkt door talrijke aanplantingen, onder meer de bomenrijen op het voetpad, grasperken en voortuintjes in de inspringende zone.
Bronnen
Archieven
GASPW/DS 7: 79 (1911); 16: 117 (1933); 19: 80 (1928); 40: 478 (1955); 42: 117 (1954).
GASPW/DS 7: 79 (1911); 16: 117 (1933); 19: 80 (1928); 40: 478 (1955); 42: 117 (1954).