Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Hubert BOEKMEYER – architect – 1934
Stijlen
Modernisme
Onderzoek en redactie
2010-2012
id
Urban : 20435
Beschrijving
Modernistisch burgerhuis, gesigneerd en gedateerd op de sokkel "H(ubert). BOEKMEYER / ARCHITECTE / 1934 - BRUX.".
Op een klein geknikt perceel, gebouw van twee bouwlagen onder plat dak. Gevel in gele gezandstraalde baksteen met beklemtoonde voegen en met hardstenen elementen. Asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met verspringende bouwlagen, rechts toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. geflankeerd door een heel smalle traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Opstaande bakstenen op de lateien en de vlakken boven sommige muuropeningen en, oorspronkelijk, op de deksteen. Geometrisch en buisvormig traliewerk voor, respectievelijk, het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. langs de deur en het keldervenster. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Op een klein geknikt perceel, gebouw van twee bouwlagen onder plat dak. Gevel in gele gezandstraalde baksteen met beklemtoonde voegen en met hardstenen elementen. Asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers. met verspringende bouwlagen, rechts toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. geflankeerd door een heel smalle traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met kleine venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. OnderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. en toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. in risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden.. Opstaande bakstenen op de lateien en de vlakken boven sommige muuropeningen en, oorspronkelijk, op de deksteen. Geometrisch en buisvormig traliewerk voor, respectievelijk, het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. langs de deur en het keldervenster. Bewaard schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... .
Bronnen
Archieven
GAS/DS 47-33.
AAM/fonds Hubert Boekmeijer.
Opmerkelijke bomen in de nabijheid