Typologie(ën)

architectenwoning

Ontwerper(s)

Eugène DELATTEarchitect1953

André WILLEQUETbeeldhouwer1953

Stijlen

naoorlogs modernisme

Inventaris(sen)

  • Inventaris van het Hedendaags Erfgoed (Urbat - 1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Technisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2013-2015

id

Urban : 23573
lees meer

Beschrijving

Persoonlijke woning van architect Eugène Delatte, in modernistische stijl, 1953.

Kreeg de 19e Architectuurprijs Van de Ven in 1955 alsook de eerste vermelding in de nationale architectuurwedstrijd georganiseerd door de Industrie Belge du Bois.

Sobere gevel van drie bouwlagen met structuur van gevernist Yang-hout (teak), geflankeerd door witstenen stijlen en lichtjes inspringend t.o.v. de aanpalende gebouwen. Benedenverdieping bekleed met kleine Maaslandse breuksteenMetselwerk bestaande uit brokken onregelmatige natuursteen., met links een vouwpoort voor de garage en rechts de beglaasde toegangsdeur geflankeerd door een smalle verticale muuropening afgesloten door een vouwluik. De verdiepingen worden geritmeerd door twee reeksen verticale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., elk achter een hellende doorlopende  metalen borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. waarop jardinières kunnen worden geplaatst. ZadeldakDak met twee hellende dakvlakken., aan de straatkant opengewerkt met glas. Oorspronkelijke houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement)..

Achteruitbouwstrook aangelegd als privétuintje, met bewaarde muurtjes en afsluithekken; de tuin was al vanaf het begin versierd met een beeldhouwwerk (vrouwenfiguur) van André Willequet (1924-1998), een vriend van de architect.

George Bergmannlaan 41, plan van de drie bouwlagen, [i]La Maison[/i], 11, 1954, p. 329.

Interieur. Functionele ruimte ingedeeld langs een schuine as, zodat er, ondanks het smalle perceel, plaats is voor een ruime toegangsvestibule die naar trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht. leidt. Op de eerste verdieping, salon over het hele oppervlak van de verdieping: holronde bakstenen schouwmantel en kubusvormig meubilair in rozenhout ontworpen door de architect. Op de tweede verdieping, bureau en kamers. LambriseringWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, … op de muren, tussenwanden en muren van de kasten in Yang-hout (teak).

Bronnen

Archieven
GAE/DS 149-41.
AAM/Fonds Eugène Delatte.

Publicaties en studies
ARON, J., BURNIAT, P., et al., Inventaris van het hedendaagse patrimonium van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Brussel, 1994, fiche 78.
ARON, J., BURNIAT, P., PUTTEMANS, P., Le guide de l'architecture moderne à Bruxelles, Les Éditions de l'Octogone, Brussel, 1996, p. 106.
BERCKMANS, C., BERNARD, P., Bruxelles ‘50 ‘60. Architecture Moderne au temps de l'Expo 58, Aparté, Brussel, 2007, p. 128.
Bontridder, A., Hedendaagse bouwkunst in België, Helios, Antwerpen, 1963.
BURNIAT, P., PUTTEMANS, et al., L'Architecture moderne à Bruxelles, guide, éd. De l'Octogone, Brussel-Louvain-la-Neuve, 2000, p. 227.

Tijdschriften
“Bâtir... et équiper”, La Technique des Travaux, 5-6, 1955, s.p.
HENVAUX, E. L., “Habitation familiale à Bruxelles, Architecte Eugène Delatte”, La Maison, 11, 1954, pp. 328-332.
“Le concours national d'architecture organisé par le bureau national de documentation sur le bois”, La Maison, 6, 1955, p. 184.
“Le prix Van de Ven pour 1955, Maison familiale à Bruxelles, Architecte: Eugène Delatte”, La Maison, 2, 1955, p. 40.
Les Cahiers de La Cambre architecture, 4, 1987, p. 51.