Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Émile DE LIGNEarchitect1903

Stijlen

Eclectisme
Art nouveau

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Brussel Uitbreiding Zuid (Apeb - 2005-2008)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2005-2006

id

Urban : 16079
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning in eclectische stijl met art nouveauInternationale beweging (1893 - ca. 1914) als reactie op de ‘neo’-stijlen, maar met sterk lokale verschillen. In België kent de stijl twee stromingen, namelijk de florale art nouveau met Victor Horta als boegbeeld en anderzijds de geometrische art nouveau beïnvloed door Paul Hankar of de Wiener Secession. elementen n.o.v. arch. Émile De Ligne, 1903.

Vier bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie. Gevel in baksteen en witsteen. Op benedenverdieping twee lichtjes gewelfde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. geritmeerd door gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. zuilen; rechts uitgespaarde portiek1. Open galerij of zuilengang waarvan het dak op zuilen of arcades rust; - 2. Classicistische ruimte vóór een toegangsdeur die terugspringt of niet gelijk is met de voorgevel; - 3. Samenstel van twee zuilen onder architraaf die overgang tussen twee ruimtes accentueert. met mozaïekvloer en muren bekleed met keramische tegels met floraal motief; ingewerkte eiken koffer; rijkelijk beglaasde deur met kunstig bewerkt traliewerk. In tweede bouwlaag trapezoïdale erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. op lampetNeerwaartse beëindiging, afhangende versiering als aanzet van een balkon of erker., geritmeerd door twee gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. stijlen. In vierde bouwlaag vijflicht. Allen getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur., waarvan vorm herhaald wordt in tussenregels van het schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  met roedeverdeling. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op fijne modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst.. Oorspronkelijk schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ...  en tuinhek.

Interieur
. Twee trappenhuizenGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., allebei onder daklicht.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 16941 (1903).

Tijdschriften
Vers L'Art, 1907, pl. 81-83.