Typologie(ën)

burgerwoning

Ontwerper(s)

Albert DUMONTarchitect1902

Alexis DUMONTarchitect1902

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neo-Vlaamse renaissance

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2005-2006

id

Urban : 15855
lees meer

Beschrijving

Burgerwoning met elementen in neo-Vlaamse renaissanceVlaams renaissance (vanaf 16e eeuw). Stijl die elementen uit de Italiaanse renaissance toepast op de traditionele bak- en zandsteenstijl. De neo-Vlaamse renaissance (ca 1860-1914) grijpt vanuit een nationalistische tendens terug naar de Vlaamse renaissance en haar specifieke ornamentiek. De stijl kenmerkt zich door een polychroom materiaalgebruik en een volumespel d.m.v. erkers, torentjes, trapgevels, enz. n.o.v. arch. Albert en Alexis Dumont, 1902.

Twee bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. met tweelicht onder puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is.. Bakstenen gevel met witstenen elementen. Muuropeningen in verschillende vormen en bekroond door kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement).: deur met rondboogBoog waarvan de kromming een halve cirkel beschrijft. geflankeerd door langwerpig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur.; meeste venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. als drielichtenGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere. met tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt.. Bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. in tweede bouwlaag. Polygonale dakkapelUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Mooi afgeplat smeedijzerTaai, ‘kneedbaar’ ijzer dat ambachtelijk wordt ‘gesmeed’ (gehamerd bij hoge temperatuur) tot decoratieve bouwonderdelen als tuinhekken, borstweringen…. Eiken schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... , kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). en smeedijzeren traliewerk en borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. oorspronkelijk.

Interieur wordt gedomineerd door neo-Vlaamse renaissancestijl. Kwaliteitsvol houtwerk in eik voor lambriseringenWandbetimmering, meestal bestaande uit paneelwerk, aangebracht tegen een binnenmuur (vaak het onderste gedeelte ervan); later ook in marmer, stucwerk, …, deuren met entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles. en het centrale trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht.. In de vml. ‘fumoir' schitterende schoorsteenmantelHouten of natuurstenen bekleding rond de opening of mond van een schouw. met witstenen getorsteGedraaid, gewrongen. zuilen, beeldhouwwerk en versierde tegels.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 10180 (1902).

Tijdschriften
L'Émulation, 1907, afb. 12.