Typologie(ën)
Ontwerper(s)
BLATON, DECLERCQ ET LAPIERRE – aannemer – 1900-1907
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem) en integriteit (idem + kwaliteit van uitvoering).
- Esthetisch Het onroerend goed heeft een esthetische waarde als het de waarnemer zintuigelijk prikkelt op een positieve manier (‘ervaring van schoonheid). Historisch gezien werd deze waarde aangewend om waardevolle natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden aan te duiden, maar het kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Automatisch dringt een afweging met andere waarden zich op, de artistieke in de eerste plaats, maar ook de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen), en dienen koppelingen naar selectiecriteria worden gemaakt: representativiteit, ensemblewaarde en contextuele waarde. Criteria die met andere (met name artistieke) criteria moeten worden gecombineerd.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente, of als bijzonder belangrijke ouderdom en zeldzame ontwikkeling voor een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; enz.), of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale boulevards of in de Leopoldswijk), of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur - met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (b.v. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte), of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (b.v. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, Congreskolom), of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken).
- Landschappelijk Een landschap is een gebied, zoals waargenomen door de mens, waarvan het karakter het resultaat is van ondernomen actie en interactie van natuurlijke en/of menselijke factoren. Het is een schaalbegrip bestaande uit verschillende (erfgoed)componenten, die elk, al of niet hun intrinsieke waarde hebben, maar alles samen tot een groter meerwaardegeheel verheffen én dat dit ook zo word gepercipieerd vanop een bepaalde afstand. Wijde stadspanorama’s zijn het landschap bij uitstek, denken we bijvoorbeeld het zicht over de benedenstad van Brussel vanop het Koningsplein, maar ook op kleinere schaal kunnen dergelijke uit verschillende samengestelde componenten landschappen voorkomen.
- Wetenschappelijk Over het algemeen gebruikt om natuurlijke of semi-natuurlijke gebieden te waarderen in hun botanische kwaliteiten. Binnen de context van een onroerend goed kan het de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek.
- Technisch Onder de technische waarde van een onroerend goed kan men het vroeg gebruik van een bepaald materiaal of een bepaalde techniek verstaan (> engineering), ook gebouwen met een constructief of technologisch belang, een technisch hoogstandje of een technologische innovatie kunnen in aanmerking komen. Het kan eveneens industrieel-archeologisch waardevol worden begrepen zoals getuigenissen van verouderde bouwmethodes. Vanzelfsprekend dringt een koppeling zich aan mbt een wetenschappelijke waarde.
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Net als het Becodok werd het Vergotedok aangelegd in het kader van de verplaatsing naar het westen, in de jaren 1900, van het Kanaal van Willebroek, om het in rechte lijn te verbinden met het Kanaal Charleroi-Brussel. De eerste steen van het Vergotedok werd gelegd op 22.07.1900 door koning Leopold II, die aldus het startschot gaf voor de bouw van de nieuwe extra muros haven van Brussel, die pas in 1922 zou worden ingehuldigd. De werken werden uitgevoerd door de firma Blaton, Declercq & Lapierre. Het dok kreeg zijn naam bij besluit van het College van de Stad Brussel van 09.03.1906. Het werd vernoemd naar Auguste Vergote (1818-1906), gouverneur van Brabant van 1885 tot 1906 en voorzitter van de Naamloze Vennootschap Zeekanaal en Haveninrichtingen van Brussel. Het werd in 1907 in gebruik genomen.
Met zijn 950 meter lengte, 120 meter breedte en 6,5 meter diepte was het toegankelijk voor zeeschepen. Deze grote schepen, die niet verder zuidwaarts konden varen, konden zich in het ronde zuidoostelijke uiteinde van het dok draaien. In het oosten en het westen werd het dok afgeboord door 75 meter brede kaaien waaruit spoorlijnen vertrokken naar het station van Thurn en Taxis en waarover talrijke hijskranen stonden. Op de kaaien vestigden zich hoofdzakelijk bedrijven uit de bouwsector, zoals groothandels in bouwmaterialen en cementfabrieken, evenals recyclagebedrijven.
Bronnen
Archieven
SAB/AR straten, doos 16-19, cote 16, nr.1 (09.03.1906).
Publicaties en studies
Bruxelles Port de Mer, Société Anonyme du Canal et des Installations Maritimes de Bruxelles, Editions Illustrées du “Soir”, 1922, pp. 40-48, 56.
DEMEY, T., Un canal dans Bruxelles, Badeaux, Brussel, 2008, p. 78.
HUBERTY, C., VALENTE SOARES, P., De Brusselse kanalen, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 1998, pp. 34, 40 (Brussel, Stad van Kunst en Geschiedenis, 25).
Tijdschriften
“Bruxelles: un canal, des usines et des hommes”, Les Cahiers de la Fonderie, 1, 1986, p. 32.