Inventaris(sen)
- Inventaris van koloniale sporen (DPC-DCE 2024-2025)
Bekijk de weerhouden gebouwenIn 1911 vernoemd naar Auguste Beernaert (Oostende, 1829 – Luzern, 1912), eerste minister van België van 1884 tot 1894. Tijdens zijn ambtsperiode speelde hij een belangrijke rol in de betrekkingen tussen België en de Onafhankelijke Congostaat.
In maart 1885 diende Beernaert op verzoek van koning Leopold II een motie in bij het parlement om deze laatste te machtigen om vorst van de Onafhankelijke Congostaat te worden. Aangezien de goedkeuring van twee derde van de kamers vereist was, verdedigde Beernaert de motie door te verwijzen naar de volledige scheiding tussen de Onafhankelijke Congostaat en België.
In 1886 legt hij het parlement een verzoek van de koning voor om toestemming te verlenen voor de uitgifte van een lening met progressieve rente en loten voor een bedrag van 150 miljoen Belgische frank, dat wordt goedgekeurd.
In 1889 krijgt hij ook de goedkeuring van het parlement voor een investering van tien miljoen frank in het kapitaal van de Congolese spoorwegmaatschappij. Het jaar daarop ondertekende Beernaert een overeenkomst met de Onafhankelijke Congostaat, waarbij België een renteloze lening van 25 miljoen frank toekende, terug te betalen over een periode van tien jaar. Na afloop van deze termijn kon België ofwel de terugbetaling eisen, ofwel het grondgebied annexeren.
In dezelfde periode maakt Beernaert een brief van Leopold II openbaar waarin de vorst aangeeft dat hij Congo bij testament aan België nalaat.
Bronnen































