Onderzoek en redactie

2019

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Grondelsstraat verbindt de Onderwijsstraat met Klein-Eiland. Ze kruist de Jules en Edmond Miessesquare en de Moderne-Schoolstraat, en dan de rotonde gevormd door de Emile Carpentierstraat, de Eloystraat en de Veeartsenstraat. De Georges Moreaustraat mondt erop uit aan pare zijde, en dan vormt de straat een bocht westwaarts ter hoogte van de Prévinairestraat en de Dokter Kubornstraat, voordat ze onder de westelijke ringspoorlijn loopt. In haar laatste deel verbreedt de straat in het midden, in de aslijn van de Dantestraat.

De Grondelsstraat vindt haar oorsprong in een oude weg die al is aangegeven op de kaart die J. de Deventer rond 1550 opstelde. De weg begon aan de Bergensesteenweg en vormde dan een bocht; hij volgde de loop van de Kleine Zenne op haar oostelijke over, liep dan over de Middenzenne (de verbindingsarm tussen de Kleine Zenne en de Zenne), en volgde dan de meanders van de Kleine Zenne tot aan de plek waar die op de Zenne aansloot. De weg droeg vroeger de naam Moorstraat (“modderstraat”), chemin du Pont Isolé (1812) of Kleine Eiland Straet; ze kreeg de naam Grondelsstraat rond 1850, verwijzend naar een kleine riviervis die wellicht in de Zenne voorkwam. Het eerste deel van de weg was al in de 15e eeuw bestraat, tot aan de brug over de Middenzenne, waar zich de Troostmolen bevond. Deze graanmolen, die al vanaf de 14e eeuw wordt geattesteerd en die rond 1850 tot schorsmolen werd omgevormd, werd aangevuld met een café-restaurant in 1877, À l’Île. De molen werd kort vóór de Tweede Wereldoorlog gesloopt.

In het kader van de aanleg van de nieuwe residentiële wijk die wegeninspecteur Victor Besme voor Kuregem ontwikkelde en waarvan het definitieve ontwerp werd goedgekeurd bij K.B.van 01.05.1872, werd het deel van Grondelsstraat dat op de Bergensesteenweg aansloot, rechtgetrokken om het begin van de Onderwijsstraat te vormen, terwijl het deel dat naar de brug over de Middenzenne liep tot vijftien meter werd verbreed. In het kader van het Plan de l’extension du Quartier de Cureghem, dat betrekking had op de wijk van de Veeartsenijschool, opgesteld door Besme in 1890 en goedgekeurd bij K.B. van 01.07.1891, werd de rest van de straat op haar beurt tot aan spoorwegbrug rechtgetrokken en verbreed. De in 1871 ingehuldigde spoorlijn liep over een kleine brug die wellicht in de jaren 1900 werd vervangen door een bakstenen kunstwerk met twee bogen (zie notitie) die vroeger respectievelijk de loop van de Kleine Zenne in het noorden en de Grondelsstraat in het zuiden overspanden. Het rechttrekken van het laatste deel van straat, dat in de jaren 1930 werd gepland, werd pas in de jaren 1950-1960 uitgevoerd, nadat de rivier was drooggelegd.

Vanaf eind 18e eeuw en in de loop van de 19e eeuw vestigden talrijke fabrieken zich langs de straat, hoofdzakelijk aan de waterwegen. Tegenover de molen, op de zuidelijke oever van de Middenzenne, vestigde zich in 1787 de indiennedrukkerij van P. Schavije vader. Na diens dood in 1829 werd de fabriek overgenomen door de industrieel Jacques Eloy, die ze transformeerde tot katoenspinnerij, een onderneming die tot aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog bleef bestaan. Net ernaast vestigde Jules Miesse in 1894 een machinebouwatelier. Automobiles Miesse, een bedrijf dat internationale faam genoot, sloot zijn deuren in 1974, en haar plaats (nr. 28) werden rond 1980 de gebouwen van het ISIB (Institut Supérieur des Ingénieurs de Bruxelles) opgetrokken; een gedenkplaat die van de gevel van de fabriek werd gerecupereerd, herinnert nog aan Jules en Edmond Miesse, vader en zoon. Ze toont hen in medaillons, die na 1954 door respectievelijk beeldhouwer Marcel Rau en beeldhouwer Victor Demanet werden gemaakt. De square aan de overzijde van de straat draagt de naam van deze twee Belgische automobielpioniers.

Aan deze zijde werd het uitgestrekte huizenblok gelegen tussen de Albert I-square en de Transvaalstraat ingenomen door verscheidene fabrieken, van elkaar gescheiden door de loop van de Kleine Zenne en die van de Middenzenne. Vermelden we daaronder, aan de Grondelsstraat, de gasfabriek van Kuregem en de loodwitfabriek Debbaudt frères & Co. Na de Tweede Wereldoorlog liet de gemeente de zone saneren: de industriële gebouwen werden gesloopt en de rivierarmen drooggelegd. Een deel van de terreinen werd in 1955 aan de staat verkocht, die er een Hogere Technische School vestigde, het latere Athénée Royal Leonardo Da Vinci (zie nr. 15). Op de hoek met de Emile Carpentierstraat, op het terrein van de oude loodwitfabriek, werden eind jaren 1960 de Joodse Martelarensquare en zijn memoriaal gevestigd (zie notitie).

In het derde straatdeel aan onpare zijde werd een dicht geheel van opslagplaatsen en werkplaatsen vervangen door een groot boomerangvormig flatgebouw dat in 1973 voor de Anderlechtse Haard werd ontworpen door de architecten M. Boelens en R. Wasterlain (nr.59-63). In de drie inkomhallen van dit achttien verdiepingen hoge gebouw schiepen Edmond Dubrunfaut en zijn kunstenaarsvereniging Cuesmes 68 tussen 1975 en 1977 een picturaal geheel van 540 vierkante meter, De deuren van onze wereld: De deur van de maan, De deur van de aarde en De deur van de Zon. Met zijn vloeiende vormen en gebogen lijnen wil dit kunstwerk de orthogonaliteit van de ontvangstruimten van het gebouw verzachten. Net ten noorden daarvan verving het Grondelspark, dat in 2001 door architect-landschapsarchitect Erik Dhont werd ontworpen, onder meer het autokoetswerkbedrijf Fr. De Wolf.

Achter de spoorweg, aan het uiteinde van de straat en in de bochten van een meander van de Kleine Zenne, was vroeger een kaarsenfabriek gevestigd, de Stéarinerie H. Bollinckx, die haar deuren rond 1912 sloot. Langs de spoorweg staan nog altijd de gebouwen van een oude spinnerij (zie nr. 152, 154). Net ten westen daarvan werd de Cité des Courses gevestigd, een impasse met een veertigtal arbeidershuizen ontworpen door architect F. Dumont in 1896-1897 voor een zekere Charles Michiels, naar wie de wijk naderhand werd vernoemd. Deze wijk werd in 1957 gesloopt.

De onpare zijde van de straat werd hoofdzakelijk door fabrieken en werkplaatsen ingenomen, terwijl in de eerste drie straatdelen aan pare zijde ook woningen stonden, waarvan de meeste na het vastleggen van de rooilijnen werden gebouwd van de jaren 1890 tot de jaren 1910. Het ging hoofdzakelijk om huizen in neoclassicistische stijl, zoals nr. 6 (1893), of eclectische stijl, zoals nr. 102 (n.o.v. architect Emile Fassin, 1906). Vermelden we, op een perceel dat aan de Georges Moreaustraat uitmondt, het Institut Marius Renard, een gemeenteschool ontworpen in 1910 (zie nr. 92). Links daarvan, op nr. 88, bevindt zich de kleuterschool Les Petits Goujons, de voormalige gemeentelijke kleuterschool nr. 6, ontworpen door architect R.Genard en ingehuldigd op 13.05.1928. In 1970 werd ze aan de rechterkant uitgebreid met een bijgebouw (n.o.v. architect F. Buelens), en in 2015 werd ze volledig gerenoveerd en met een verdieping verhoogd (AAC Architecture).

Bronnen

Archieven
GAA/DS Registre des rues [Stratenregister].
GAA/DS Cité des Courses: 7810 (09.08.1897); Grondelspark: 48164bis (04.09.2001); 6: 5564 (19.07.1893); 59-63: 44875 (19.02.1974); 88: 44659bis (1970); 102: 11081 (13.11.1906).
Archief Marcel Jacobs.

Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Anderlecht 1. In
ventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiches 48, 86, 111.
GUISSET, J., Edmond Dubrunfaut. Des murs qui parlent, Editions EDER, Brussel, 1998, pp.66-67.
JUIN, H., Een speurtocht naar een gemeenschappelijk leven, Art Monumental, Editeur André De Rache, Brussel, 1982, pp. 309-341.
JURION-DE WAHA, Fr., La mémoire des pierres. Découvrez de l’architecture scolaire à Bruxelles, Koning Boudewijnstichting, Brussel, 1987, p. 104.
HAENEN, J. & J.-C., Anderlecht. Een terugblik op het verleden. Deel 4: Kuregem, Scheut, Het Streekboek, Anderlecht, 2006, pp. 61-65.
TOERISME ANDERLECHT, Geef ons muren! Dubrunfaut en Collier in Anderlecht, uitgave van de gemeente, 2012, pp. 5-8.
VAN AUDENHOVE, J., Les rues d’Anderlecht, Herdenking van de twintigste verjaardag van de oprichting van Anderlechtensia, C.A.F.H.A, 1995, pp. 84-85, 124-125, 174, 199.


Tijdschriften
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Goujons (rue des)”, 1912, 1913.
JACOBS, M., “Rue des Goujons”, Anderlechtensia, juni 1999, pp. 3-7.
JACOBS, M., “Rue des Goujons”, Anderlechtensia, december 1999, pp. 14-28.

Kaarten / plannen
VAN DEVENTER, J., Bruxelles et ses environs, ca. 1550.
JACOWICK, G., Plan routier de la Ville de Bruxelles et ses environs à usage des habitants et des étrangers, 1812.
POPP, P. C., Plan parcellaire de la commune de Anderlecht. Développement du village et des Hameaux de Cureghem, de Vee Weide et het Eiland, begin jaren 1860.
BESME, V., Plan d’ensemble du Quartier de Cureghem, 01.12.1871 en 30.01.1872.
BESME, V., Plan de l’extension du Quartier de Cureghem. Emplacement de la nouvelle Ecole de Médecine vétérinaire, 27.08.1890.