Onderzoek en redactie

2019

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Elektriciteitsstraat verbindt de Emile Carpentierstraat op het kruispunt gevormd door de Prévinairestraat en de Kommenstraat.

De straat werd aangelegd bij K.B. van 01.12.1903, na de beslissing van de gemeenteraad van 28.04.1902 om nieuwe wegen aan te leggen tussen de Emile Carpentierstraat en de westelijke ringspoorlijn. Het zuidelijke uiteinde van de straat volgt het tracé van een oud straatdeel van de Prévinairestraat (zie deze straat), oorspronkelijk een zigzagweg die naar de gelijknamige fabriek leidde. De naam Elektriciteitsstraat is een verwijzing naar deze fabriek, die kort daarvoor eigendom was geworden van de SA L’Union Electrique.

De Elektriciteitsstraat, die in 1905 werd bestraat, werd hoofdzakelijk tussen 1904 en 1910 bebouwd met woningen met neoclassicistische inslag – zoals nr. 26, met vier traveeën en tentdak, gebouwd vóór 1905 voor een werktuigkundige, of nr. 27 (1908), verhoogd met een verdieping – of in eclectische stijl, zoals de huizenrij gevormd door nr. 4 (1906), 6 (n.o.v. architect G. J. L’Ancre, 1908), 8 (n.o.v. architect M. Douchant, 1909), 10 (1910), 12 (1911) en 14 (n.o.v. architect Mayné, 1911). Aan pare zijde bevonden zich ook bedrijven, waaronder, op nr. 36, een magazijn dat in 1908 werd ontworpen voor een fabrikant van industriële borstels, samen met nr. 45 Kommenstraat (zie dit nummer) en verbouwd in 1978. Op nr. 28-32 bevonden zich de kantoren en hangars van de Comptoir Houiller de l’Ouest (n.o.v. architect Charles Crickx, 1922), die vroeger in verbinding stonden met nr. 27 Kommenstraat. De gevel van het huidige entrepot is in de oorspronkelijke omheiningsmuur ingewerkt.

Het grootste deel van de onpare zijde van de straat wordt ingenomen door het Crickxpark, dat aan de westkant wordt begrensd door de ringspoorlijn en aan de noordkant door de Emile Carpentierstraat. Dit openbaar park was vroeger een langs de Prévinairestraat gelegen buitengoed dat vóór 1859 werd bewoond door ridder Emile Clément de Cléty. Rond 1896 kwam de familie Crickx er wonen, onder wie schepen en meetkundig schatter L. Crickx. In 1906 kocht de staat het eigendom in het kader van de heraanleg van de spoorlijnen en werd het voor het publiek opengesteld. In 1911 ontwierp gemeentelijk architect Louis Ernest S’Jonghers twee demonteerbare paviljoenen voor de Gemeentelijke Kleuterschool nr. 6 aan de zuidkant van het park, op een strook terrein begrensd door de Elektriciteitsstraat en de Prévinairestraat. In 1928 werd de school, die wellicht net voor of na de Eerste Wereldoorlog werd geopend, overgebracht naar nr. 88 van de Grondelsstraat. In 1939 werd het park afgestaan aan de gemeente. De woning in de noordwestelijke hoek, nabij het station van Kuregem, werd na de Tweede Wereldoorlog gesloopt. Rond 1960 werd het begin van de Prévinairestraat verwijderd en vervangen door een uitbreiding van het park tot aan het spoorwegtalud. De groene ruimte, die in 1999 werd gerenoveerd, bevat verscheidene opmerkelijke bomen.


Bronnen

Archieven
GAA/DS Registre des rues [Stratenregister].
GAA/DS 12564 (24.05.1910); 4: 10836 (29.05.1906); 6: 11819 (07.07.1908); 8: 12412 (21.12.1909); 10: 12564 (24.05.1910); 12: 13065 (25.07.1911); 14: 13204 (01.12.1911); 27: 11818 (07.07.1908); 28-32: 16495 (20.06.1922); 36: 45141 (10.10.1978).

Publicaties en studies
DEMEY, Th., Bruxelles en vert, Badeaux, Brussel, 2003, p. 155.
VAN AUDENHOVE, J., Les rues d’Anderlecht, Herdenking van de twintigste verjaardag van de oprichting van Anderlechtensia, C.A.F.H.A, 1995, pp. 33, 63, 112.

Tijdschriften
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Électricité (rue de l’)”, 1905, 1914, 1920, 1928, 1929.
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Prévinaire (rue)”, 1859-1860, 1903.