Onderzoek en redactie

2016-2017

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Kroonveldstraat is een lange verkeersader die de Leopold I-straat verbindt met de Alfred Stevensstraat, ter hoogte van de brug over de spoorlijn Brussel-Gent. Het eerste deel, dat aan onpare zijde wordt onderbroken door de Chrysantenstraat, loopt aan pare zijde langs de spoorlijn. Voorbij de Emile Bockstaellaan volgt de straat een lichtjes noordwaarts verschoven tracé met daarin een klein bouwblok tegen de spoorweg. Aan onpare zijde kruist dit tweede straatdeel de Ernest Vander Aastraat en de Duikerstraat.

De weg werd geopend bij K.B. van 26.01.1880. De naam herinnert aan het gehucht waardoor de weg vroeger liep, Kroonveld genaamd, dat bestond uit akkers en paden. Pas eind jaren 1890 werd het deel van de straat gelegen voorbij de Chrysantenstraat daadwerkelijk geopend. In het deel tussen de Chrysantenstraat en de Bockstaellaan werd, langs de spoorweg, een afsluiting in hardsteen en smeedijzer geplaatst die in 1913 was ontworpen en tot begin jaren 1970 lijkt te hebben bestaan. In het tweede straatdeel, tussen nr. 42-44 en 46-48, verbond een loopbrug over de spoorweg de Duikerstraat en de Vander Aastraat rechtstreeks met de Mode Vlieberghstraat. Deze brug werd na 1971 afgebroken.

Het begin van de straat werd al vanaf de jaren 1880-1890 bebouwd, maar het grootste deel van de bebouwing van de straat stamt uit de jaren 1900 en 1910, met huizen in neoclassicistische stijl zoals nr. 2 (n.o.v. architect Alb. Van Campe, 1906), op de hoek van de Emile Bockstaellaan en de spoorweg, of in eclectische stijl, zoals nr. 109 (1912). In de straat staan talrijke arbeiderswoningen, zoals nr. 133 en 135 (1912), of het geheel gevormd door nr. 66 tot 76 (n.o.v. architect L. Lamarche, 1905), met een mengeling van neoclassicistische en eclectische gevels. In het tweede straatdeel aan onpare zijde bevindt zich een bijzonder homogene huizenrij in eclectische stijl. Ze staat op een terrein dat door de gemeente was verkaveld en werd verkocht aan particulieren, die hun gevelplannen ter goedkeuring aan het Bestuur moesten voorleggen: nr.61 (zie dit nummer), 63 (n.o.v. architect Louis Frezin, 1911), bekroond in de gevelwedstrijd die de gemeente in de jaren 1910-1911 organiseerde, 65 (1911), 67 (1911), 69 (zie dit nummer), 71 (n.o.v. architect Alexandre Losange, 1912), 73 (n.o.v. architect Charles Thomisse, 1912) en 75 tot 79 (n.o.v. architect Alexandre Losange, 1911). Vermelden we ook nr. 85 (n.o.v. architect Vergult, 1906), ontworpen samen met Emile Bockstaellaan nr. 306 en 308, een geheel gekenmerkt door erkers gedragen door atlanten, waarvan er een is bewaard, aan de kant van de laan.

Binnen het bouwblok ontwikkelden zich ook talrijke industriële gebouwen, zoals nr. 21 en 43 – twee bescheiden neoclassicistische huizen met achterliggende werkplaats, de eerste een wasserij, heropgebouwd in 1913, de tweede verhoogd in 1930 – of nr. 137 en 139, ontworpen in 1924 en met een timmerwerkplaats achteraan. Op nr. 29-33 werd in 1957 een modernistisch appartementsgebouw met achterliggende werkplaatsen ontworpen door architect Léon Palm i.o.v. de Etablissements d’Imprimerie Michiels & Polfliet.

Bronnen

Archieven
SAB/IP II 684 (1903-1915).

SAB/PP 3429 (1888), 3654 (ca 1910).
SAB/OW 66652 (1896), 53103 (1905-1906), 57111 (1909-1927), 57106 (1913-1919); 2: Laken 2334 (1906); 21: Laken 3157 (1913); 29-33: 70938 (1957), 77884 (1957-1959); 43: 40503 (1930); 63: Laken PV Reg. 130 (22.11.1911); 65: Laken PV Reg. 130 (06.12.1911); 66 tot 76: Laken 1057 (1905); 67: Laken PV Reg. 130 (22.11.1911); 71: Laken PV Reg. 131 (25.01.1912); 73: Laken PV Reg. 131 (04.01.1912), Laken 3498 (1912); 75: Laken 2632 (1911); 77: Laken 4130 (1911); 79: Laken 2631 (1911); 85: Laken PV Reg. 96 (05.11.1906); 109: Laken PV Reg. 143 (12.12.1912); 133135: Laken 711 (1912); 137, 139: 53611 (1924), 51849 (1924).

Publicaties en studies
COSYN, A., Laeken Ancien et Moderne, Imprimerie scientifique Charles Bulens, Brussel, 1904, p. 139.
VAN NIEUWENHUYSEN, P., Toponymie van Laken (doctoraatsverhandeling in de Germaanse Filologie), UCL, Louvain-la-Neuve, 1998, p. 1312.