Typologie(ën)
winkel
Ontwerper(s)
An. CORNEZ – architect – 1913
ÉRIC LEMESRE ET FERNAND VANHEMELRYCK – architectenbureau – 1966
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Eclectisme
Modernisme
Inventaris(sen)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Wetenschappelijk De wetenschappelijke waarde wordt vaak erkend in het geval van landschappen (parken, halfnatuurlijke gebieden). Binnen de context van een onroerend goed kan het gaan om de aanwezigheid van een (bouw)element (bijzonder materiaal, experimenteel materiaal, bouwprocédé of -component) of getuigenis van een ruimtelijk-structurele ruimte (stedenbouwkundig) waarvan het behoud moet worden overwogen met het oog op wetenschappelijk onderzoek. In het geval van archeologische vindplaatsen en overblijfselen wordt de wetenschappelijke waarde erkend in relatie tot het uitzonderlijke karakter van de resten op het gebied van ouderdom (bijvoorbeeld de Romeinse villa in Jette), de uitzonderlijke bewaringsomstandigheden (bijvoorbeeld de site van het vroegere dorp Oudergem) of de uniciteit van de elementen (bijvoorbeeld een volledig bewaard dakspant) en derhalve op dat vlak een uitzonderlijke en prominente wetenschappelijke bijdrage vormen tot de kennis van ons stedelijk en pre-stedelijk verleden.
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2019
id
Urban : 39697
Beschrijving
Voormalig magazijn van bouwmaterialen, in
eclectische stijl, in 1913 ontworpen door architect An. Cornez (?).
Geschiedenis
De in 1875 opgerichte firma Etablissements Cantillana, gespecialiseerd in bouwmaterialen, vestigde zich eind jaren 1900 in de Materiaalstraat, waar ze aan pare zijde enkele magazijnen bouwde. Begin jaren 1910 breidde ze uit aan de overzijde van de straat, op een hoekterrein dat in het oosten door de spoorlijn van het slachthuis werd begrensd. Architect An. Cornez (?) ontwierp er in 1913 het nr. 71, een magazijn haaks op de straat met topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. en zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. In 1922 werd het perceel afgesloten met een bakstenen omheiningsmuur en werd haaks op de Nijverheidskaai een loods voor cementsilo’s opgetrokken. In 1966 verbouwde de firma, die zich op nr. 69 had uitgebreid, het gebouw dat tegen dat uit 1913 was aangebouwd, in een modernistische esthetiek (Architectuurbureau Eric Lemesre en Fernand Vanhemelryck); er werden kantoren en een vergaderzaal ingericht. Na 1996 werd de loods aan de kant van de kaai gesloopt.
Beschrijving
Gebouw van twee bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met metalen gebinte. Schuin ingeplante achtergevel. Aan de straatkant, topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. in rode baksteen met elementen in gele baksteen en hardsteen. Symmetrische opstand van drie traveeën gescheiden door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder dekplaat. Drie hoge korfboogopeningen verlichtten oorspronkelijk de twee bouwlagen. Ze werden, wellicht tijdens het interbellum, in tweeën opgedeeld door middel van een betonnen latei. De aandaken worden door een boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. belijnd. In het midden, grote gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. spiegel met eenzelfde boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. en een gebogen bekroning waarop de firmanaam moest komen. Betonnen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met kruiskozijnen.
De linkerzijgevel, oorspronkelijk in baksteen, wordt gevormd door tien traveeën met hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., hier en daar gecombineerd met een deur. De thans bepleisterde zijgevel heeft twee bouwlagen met muuropeningen.
Binnen werd de verdieping oorspronkelijk gedragen door metalen balken op gietijzeren zuilen.
Omheiningsmuur in baksteen met hardsteenelementen, met afwisselend pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en grote panelen, aan straatkant onderbroken door een ingang geflankeerd door hoge muurvlakken met paneel tussen twee pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in gele baksteen. Hek vervangen.
Geschiedenis
De in 1875 opgerichte firma Etablissements Cantillana, gespecialiseerd in bouwmaterialen, vestigde zich eind jaren 1900 in de Materiaalstraat, waar ze aan pare zijde enkele magazijnen bouwde. Begin jaren 1910 breidde ze uit aan de overzijde van de straat, op een hoekterrein dat in het oosten door de spoorlijn van het slachthuis werd begrensd. Architect An. Cornez (?) ontwierp er in 1913 het nr. 71, een magazijn haaks op de straat met topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. en zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. In 1922 werd het perceel afgesloten met een bakstenen omheiningsmuur en werd haaks op de Nijverheidskaai een loods voor cementsilo’s opgetrokken. In 1966 verbouwde de firma, die zich op nr. 69 had uitgebreid, het gebouw dat tegen dat uit 1913 was aangebouwd, in een modernistische esthetiek (Architectuurbureau Eric Lemesre en Fernand Vanhemelryck); er werden kantoren en een vergaderzaal ingericht. Na 1996 werd de loods aan de kant van de kaai gesloopt.
Beschrijving
Gebouw van twee bouwlagen onder zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. met metalen gebinte. Schuin ingeplante achtergevel. Aan de straatkant, topgevelHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. in rode baksteen met elementen in gele baksteen en hardsteen. Symmetrische opstand van drie traveeën gescheiden door pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. onder dekplaat. Drie hoge korfboogopeningen verlichtten oorspronkelijk de twee bouwlagen. Ze werden, wellicht tijdens het interbellum, in tweeën opgedeeld door middel van een betonnen latei. De aandaken worden door een boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. belijnd. In het midden, grote gecementeerdeMet portlandcement bestrijken. spiegel met eenzelfde boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. en een gebogen bekroning waarop de firmanaam moest komen. Betonnen raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. met kruiskozijnen.
De linkerzijgevel, oorspronkelijk in baksteen, wordt gevormd door tien traveeën met hoog vensterLicht- en/of luchtopening in een muur., hier en daar gecombineerd met een deur. De thans bepleisterde zijgevel heeft twee bouwlagen met muuropeningen.
Binnen werd de verdieping oorspronkelijk gedragen door metalen balken op gietijzeren zuilen.
Omheiningsmuur in baksteen met hardsteenelementen, met afwisselend pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en grote panelen, aan straatkant onderbroken door een ingang geflankeerd door hoge muurvlakken met paneel tussen twee pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) in gele baksteen. Hek vervangen.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 14108 (20.02.1914), 17116 (17.09.1923), 42645 (26.07.1966).
Publicaties en studies
CULOT, M. [red.], Anderlecht 1. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980, fiches 39, 40.