Typologie(ën)

opbrengsthuis

Ontwerper(s)

A. VAN GOMPELarchitect1933

Stijlen

Art deco

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2018

id

Urban : 38459
lees meer

Beschrijving

Opbrengsthuis in art-decostijl met asymmetrische compositieTypische gevelopstand bestaande uit twee ongelijke traveeën; in Brussel komt dit geveltype vaak voor met drie bouwlagen volgens verkleinende ordonnantie; de hoofdtravee is meestal breder, rijker uitgewerkt en wordt verder benadrukt door licht vooruit te springen en/of door één of meer balkons; de kelders zijn meestal hoog, wat zich vertaalt in een hoge onderbouw; het grondplan bestaat over het algemeen uit een aaneenschakeling van kamers., n.o.v. architect A. Van Gompel, 1933. Gesigneerd en gedateerd op de luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. boven de toegang: “A. VAN GOMPEL / ARCHITECTE 1933”.

Gevel in zandkleurige baksteen met beklemtoonde horizontale voegen, sommige vlakken met opstaande bakstenen, het geheel met hardstenen elementen. Op de hoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel., rechthoekige voorbouw over twee bouwlagen, opengewerkt met trapezoïdale venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met twee stenen monelenStenen vensterstijl. in de vorm van veelhoekige zuiltjes. Terugwijkende toegangsportiek met gebogen geprofileerde wanden, onder een platte stenen luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak. bekroond door een kleine driehoekvormige metalen lantaarn tussen twee pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. met dezelfde vorm. VensterLicht- en/of luchtopening in een muur. op de verdieping met uitspringende borstwering en boogvormige stijlen. Opengewerkt attiekmuurtje met postamenten met driehoekvormige pilasterPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Gevel met doorlopende  banden van stenen elementen en met kleine gestapelde rechthoekige of halfronde tegels op de hoeken, de stijlen en de attiekpijlers. Oorspronkelijke beglaasde metalen deur.

Oorspronkelijke afsluiting van het tuintje, met bakstenen pijlers1. Muurstut zonder entasis (kromming), mogelijk met basis en kapiteel; - 2. Massief gemetseld of betonnen steunelement met gewoonlijk rechthoekige doorsnede (vb. bruggepijler,…) en buisrelingen.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 44443 (1933).