Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

Armand FASTRÉarchitect1908

Stijlen

Eclectisme

Onderzoek en redactie

1993-1995

id

Urban : 10508
lees meer

Beschrijving

Hoekhuis (Schietschijfstraat) van 1908, gebouwd door arch. A. FASTRÉ en vergroot in 1927.

Lijstgevel in rode baksteen met polychrome effecten: banden en geometrische motieven in witte baksteen, gebruik van blauwe hardsteen (voor sokkel, deuromlijsting, lekdrempels en consoles) en ijzer (I-balken en ijzerwerkVerzameling van alle metalen elementen van een gebouw. van balkons). Drie in de hoogte afnemende bouwlagen + souterrainHoge kelder of half verzonken verdieping. (hoektravee met vier bouwlagen) en één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) (Schietschijfstraat) + hoektraveeTravee op de hoek (meestal 45°) van een gebouw. + drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met derde lagere traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...).
Gevel Vanderhoevenstraat: eerste traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met trappenhuisGedeelte van een gebouw waarin de trappen zijn ondergebracht., op elke bouwlaag voorzien van drie van rechts naar links klimmende blindeZonder opening; blind venster, schijnopening. nissen die de trapstructuur volgen. Tweede traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) identiek aan die van de Schietschijfstraat: rechthoekige muuropeningen onder ijzeren I-balkIJzeren latei met I-profiel. met resp. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. en balkon, voorzien van gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. leuningen; tweelichtenTweedelige lichtopening, door deelzuiltje gesplitst. in laatste bouwlaag.
Hoektravee met vleugeldeur, gestapelde erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. in baksteen op centrale lampetvormige uitbuiging, gebogen gevelbeëindiging tussen twee uitstekende stenen postamenten1. Rechthoekig voetstuk van een standbeeld; - 2. Balkvormige stenen bekroning; - 3. Stenen zijstukken van een balkonborstwering.; rechthoekige of getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur.. FriesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met gekleurde banden in baksteen en bedekte steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel.. Houten kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op consolesVoornamelijk voluut- of S-vormig kraagstuk, soms ook louter decoratief..

Bronnen

Archieven
GASJ/DS/OW 7512 (1908).