Onderzoek en redactie

2013-2014

 

Bekijk de weerhouden gebouwen

De Vandermeerschstraat verbindt de Gallaitstraat met het Lehonplein.

De twaalf meter brede straat werd aangelegd op vraag van de heren Vandermeerschen, Mercier c.s. en op hun terreinen, tussen wat oorspronkelijk de verlengde Brabantstraat en Poststraat waren. Het plan, opgesteld op 05.12.1863, werd pas goedgekeurd tijdens de zitting van het gemeentecollege van 16.05.1871 en werd bekrachtigd bij K.B. van 13.09.1871.

De naam van de straat, die aanvankelijk op verschillende manieren werd geschreven – Vandermeerschen, Vandermerschen, Vandermersch – verwijst naar een van de eigenaars die het initiatief voor haar aanleg hadden genomen.

De residentiële straat werd hoofdzakelijk bebouwd in de jaren 1880, met uitzondering van de eerste nummers aan onpare zijde, die vóór 1876 werden opgetrokken. Het gaat om huizen in neoclassicistische stijl, waarvan er veel zijn verbouwd in de loop der jaren. Vermelden we nr. 77 tot 83, ontworpen in 1884 i.o.v. aannemer Camille Simoens, of nog nr. 2 (zie dit nummer), 4, 6, 8 en 10, allemaal misschien als geheel ontworpen, de laatste drie nummers oorspronkelijk identiek aan nr. 3 tot 7 van de Rubensstraat (zie deze nummers), die er juist achter liggen. Twee bijzonder homogene huizenrijen vallen op aan onpare zijde: nr. 41 tot 45 en nr. 49 tot nr. 61 (zie deze nummers), met daarin het geheel gevormd door nr. 53 tot 61, met twee herenhuizen. Aan pare zijde bevindt zich een groot geheel van twintig huizen, van nr. 18 tot nr. 58, met uitzondering van nr. 50 (zie dit nummer). Allemaal werden ze tussen 1883 en 1886 door eenzelfde architect ontworpen voor verschillende eigenaars, waaronder acht voor aannemer C. Slagmulder (zie de meeste van deze nummers). In 1886 gaf dezelfde aannemer opdracht, wellicht aan dezelfde architect, voor de bouw van nr. 67 tot 75 (zie nr. 67, 69).

Bronnen

Archieven
GAS/DS 77 tot 83: 260-77-83.
GAS/OW Infrastructuur 191.

Publicaties en studies
DEKOSTER, J.-A., Les rues de Schaerbeek, Brussel, 1981, p. 114.