Thiéfrystraat

De Thiéfrystraat verbindt het kruispunt gevormd door de Josaphatstraat, de L'Olivierstraat en de Geefsstraat met de Paul Deschanellaan, ter hoogte van de Rogierlaan. Ze kruist de Wijnheuvelenstraat, vanwaar ze hellend wordt.

Het twaalf meter brede eerste straatgedeelte werd aangelegd krachtens een beraadslaging van de gemeenteraad van 14.07.1865, bekrachtigd bij K.B. van 07.11.1865, op de terreinen en voor rekening van de Administration des Hospices et Secours van de Stad Brussel. Dit gedeelte werd tussen 1866 en 1869 bestraat. Het tweede straatgedeelte, dat oorspronkelijk dezelfde breedte had, werd in 1906 aangelegd tot aan de ringspoorlijn, de toekomstige Deschanellaan. Dit straatgedeelte werd nadien tot twintig meter verbreed aan pare zijde, volgens een plan uit 1922 bekrachtigd bij K.B. van 27.02.1924.

De naam van de straat is een eerbetoon aan militair en politicus Charles Joseph Thiéfry (Antoing, 1796 – Brussel, 1878).

Het eerste straatgedeelte werd hoofdzakelijk tussen 1867 en 1876 bebouwd, met huizen in neoclassicistische stijl, zoals nr. 26, 40 en 44. De resterende braakliggende percelen werden in de jaren 1880 en 1900 bebouwd, met huizen met invloed van de neoclassicistische stijl of in eclectische stijl. De meeste van deze woningen zijn in de loop der jaren verbouwd, zoals nr. 75, een herenhuis van vóór 1876, met gedecapeerde gevel. Verscheidene gebouwen geven toegang tot bouwwerken binnen het huizenblok, zoals nr. 59-61 (vóór 1876), waarachter een voormalige leerlooierij staat, of nr. 63 en 65, met achtergebouwen gebruikt als stal en als magazijn (n.o.v. architect Em. Verhas, 1907). Vermelden we eveneens stokerij Fovel (zie nr. 69), die in de jaren 1860 werd opgericht. Het tweede straatgedeelte werd pas tussen 1922 en 1934 bebouwd, met huizen en opbrengstpanden met invloed van de art deco of de Beaux-Artsstijl, waaronder nr. 78 en 80 (n.o.v. architect J. Van Lint, 1925), alsook 93a (n.o.v. architect C. Devriese, 1932).