Typologie(ën)
burgerwoning
Ontwerper(s)
Jos. EVRARD – architect – 1912
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Actualisatie van de Urgentie-Inventaris (Sint-Lukasarchief - 1993-1994)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Schaarbeek (Apeb - 2010-2015)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
2010-2012
id
Urban : 20305
Beschrijving
Burgerhuis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk., n.o.v. architect Jos. Evrard, 1912.
Drie bouwlagen onder plat dak, in baksteen en witsteen. Benedenverdieping met geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op hoge onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Verdiepingen voorzien van muuropeningen met stijlen met neggen. Bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met vijflicht met monelenStenen vensterstijl. bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. in de eerste twee bouwlagen bewaard.
Trappenhuis van de hoofdtrap en van de dienstrap onder daklicht.
Drie bouwlagen onder plat dak, in baksteen en witsteen. Benedenverdieping met geblokte pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op hoge onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen.. Verdiepingen voorzien van muuropeningen met stijlen met neggen. Bow-windowErker (afk. Engels, van bow: buiging, en window: venster) die door haar gebogen vorm integrerend deel uitmaakt van de gevel en de achterliggende ruimte. met vijflicht met monelenStenen vensterstijl. bekroond door een terras met smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust. voor twee gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. glasdeurenDeur waarvan het grootste deel uit glas bestaat.. Deur en raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. in de eerste twee bouwlagen bewaard.
Trappenhuis van de hoofdtrap en van de dienstrap onder daklicht.
Bronnen
Archieven
GAS/DS 205-86.
GAS/DS 205-86.