Onderzoek en redactie

2022-2023

 

Bekijk de weerhouden gebouwenDe Jules Lahayestraat verbindt de Léon Théodorstraat met de Steylstraat die zich op grondgebied van Laken bevindt. Ze kruist de Ontmijnerslaan en de de Smet de Naeyerlaan. Andere straten zoals de Gustave Delathouwerstraat, de Esseghemstraat en de Dapperheidsstraat starten er.

De straat vindt haar oorsprong in de oude weg naar Jette, ook de Groenen weg genaamd, die begon aan de Kelder Straet, de huidige Fransmanstraat. Ze kreeg later de naam Oude Laekense straat en vanaf ca. 1920 de Jules Lahayestraat als eerbetoon aan een handelaar die tijdens de Eerste Wereldoorlog voedselwaren uit de Verenigde Staten en Spanje verdeelde.

Het opmerkelijk buitenverblijf in neo-Vlaamse Renaissancestijl op nr. 203, naar ontwerp van architect Hendrik Beyaert (ca. 1890), is wellicht het oudste gebouw in de straat (zie nr.) en getuigt van de periode rond de eeuwwisseling waarbij de villa zich tegenover een renbaan bevond.

De bebouwing in de straat typeert zich grotendeels door arbeiderswoningen of bescheiden burgerwoningen van de periode 1900-1915. Voorbeelden van deze arbeidershuizen, die zich langs de straat bevonden of in steegjes en binnenhofjes, is het ensemble woningen op nrs. 130 t.e.m. 156 (zie nrs.). Rond 1890 werd de Sint-Pieterspastorie gebouwd in eclectische stijl met neogotische en neo-Vlaamse-renaissance-elementen (zie nr. 36). Ze verving de zopas afgebroken pastorie op het Kardinaal Mercierplein. Andere woningen zijn neoclassicistische geïnspireerd zoals de nrs. 41, 43 en 61. Het overgrote deel van deze gebouwen werd echter sterk verbouwd en/of verhoogd.

Een volgende bouwfase vond plaats tijdens het interbellum. Zo citeren we het appartementsgebouw met art-decoinvloeden op nr. 123 van 1935 met een atelier achteraan het perceel.

Het laatste straatdeel aan pare zijde loopt langs een uitgestrekt bouwblok dat in het noorden door de spoorlijn Brussel-Gent wordt begrensd. Daar werd in 1896 een renbaan aangelegd door de maatschappij Hippodrome de Laeken-Jette, voor een periode van tien jaar. De piste was 1000 meter lang, en de hoofdingang bevond zich aan de Steylsstraat, op de grens tussen Laken en Jette. In 1907 werd de site verkocht aan de Compagnie Anonyme du Gaz de Saint-Josse-ten-Noode, die er een gasfabriek vestigde. Verschillende industriële gebouwen en vier immense gasopslagtanken werden er gebouwd die het noordelijk deel van Brussel voorzagen van straatverlichting. Vanaf de jaren 1940 werd de fabriek gesloten. Rond 1960 kocht de Jetse haard de terreinen en bouwde er verschillende hoge appartementsgebouwen, thans gekend als de Lojega site (zie nrs. 278 t.e.m. 296).



Bronnen

Archieven
GAJ/DS 123: 7785 (1935).

Publicaties en studies
CULOT, M. (dir.), Jette. Inventaire visuel de l’architecture industrielle à Bruxelles, AAM, Brussel, 1980-1982, fiche 3.

Tijdschriften
VAN DEN HAUTE, R., ‘Les presbytères successifs de la paroisse de Saint-Pierre à Jette’, Graafschap Jette, 16, 1-2, 3-4, 1986: pp. 3-9.
VAN DEN HAUTE, R. , ‘Feu les Hippodromes de Jette et environs‘, Notre Compté, 22, 1992: pp. 42-57.
VAN DEN HAUTE, R. , ‘Feu les gazomètres de Jette Laeken‘, Notre Compté, 23-24, 1993-1994: pp. 58-67.