Onderzoek en redactie
2007-2009
Bekijk de weerhouden gebouwen
Rechtlijnige straat van de Waversesteenweg naar de Marsveldstraat.
De straat maakt deel uit van de straten die aangelegd werden bij de geleidelijke stedenbouwkundige ontwikkeling van de voormalige Faubourg de la porte de Namur [voorstad van de Naamsepoort] na de ontmanteling van de vesten van Brussel op het einde van de 18e eeuw. De terreinen waarop deze stonden werden genivelleerd en verkocht en voor het grootste deel opnieuw in gebruik genomen als landbouwgrond. De terreinen links van de Waversesteenweg bleven lang gespaard van verstedelijking. Met uitzondering van een villa en twee pachthoeven bevonden zich hier tot aan de afspanning La Rose Blanche alleen maar tuinen en zandgroeven.
De straat werd in 1820 aangelegd in het verlengde van de Francartstraat, tussen de voormalige Waversesteenweg en de zone van de Esplanade, die ongeveer overeenkomt met een glacis van de voormalige omwalling. Dit terrein werd als militair oefenterrein gebruikt, tot dit onmogelijk werd gemaakt door de aanleg van de nieuwe lanen, waarmee in 1829 werd begonnen. De Esplanade bleef lange tijd verwaarloosd terrein, tot het kort na 1850 door de stad Brussel werd geannexeerd (K.B. van 23.08.1851) en zijn stadsontwikkeling begon.
Aanvankelijk heette deze weg rue d'Orange [Oranjestraat] en daarna rue Léopold [Leopoldstraat] en werd lange tijd rue du Glacis [Glacisstraat] genoemd, verwijzend naar het glacis van de voormalige omwalling. De straat kreeg haar huidige naam na de Eerste Wereldoorlog.
De straat werd vanaf 1840 geleidelijk bebouwd met sobere huizen in neoclassicistische stijl, meestal met symmetrische compositie; de enige uitzondering is het gebouw op nr. 26-28 in eclectische stijl met polychroom parement van 1884 (zie dit nr.). De opeenvolging van sobere bepleisterde gevels verleende de straat een grote architecturale eenheid, die echter intussen werd verstoord door nieuwe gebouwen (nr. 18, 24 en 26: grote kantoorgebouwen gebouwd tussen 1960 en 1977, ter vervanging van neoclassicistische huizen) en diverse verbouwingen. Niettemin zijn er nog enkele gehelen van deze homogene bebouwing bewaard (bvb.: nr. 19 tot nr. 23 en nr. 30 tot nr. 34).
Sommige gevels werden verrijkt met elementen in laat neoclassicistische stijl (toevoeging van bossage op de benedenverdieping, geprofileerde omlijstingen, decoratieve sleutels, balkon met ijzeren borstwering, zoals bvb. op nr. 29, als geheel ontworpen met nr. 31) of later, in Beaux-Artstijl en art deco (nr. 10: oorspronkelijk in neoclassicistische stijl en verbouwd in 1927).
De onpare kant, waarvan de oorspronkelijke indeling het best bewaard is gebleven, eindigt met een groot gebouw van de Société Financière de Transport et d'Entreprises industrielles, dat een deel van het huizenblok in beslag neemt tussen de Edinburgstraat, de Marsveldstraat en de Napelsstraat (Marsveldstraat nr. 23-25 – Napelsstraat nr. 38-40). Alleen de gevels in eclectische stijl met renaissance-elementen zijn thans nog bewaard (architect Georges Dhaeyer, 1907); het interieur werd in 2000 volledig verbouwd (architectenbureau ASSAR).
In deze straat woonde de eerste burgemeester van Elsene, Hippolyte Legrand, die hier in 1827 twee percelen kocht waarop hij twee huizen liet bouwen: het ene op het vroeger nr. 22, thans gesloopt en het tweede op het nr. 27, waar hij tot aan zijn dood in 1858 woonde (zie dit nr.).
De straat maakt deel uit van de straten die aangelegd werden bij de geleidelijke stedenbouwkundige ontwikkeling van de voormalige Faubourg de la porte de Namur [voorstad van de Naamsepoort] na de ontmanteling van de vesten van Brussel op het einde van de 18e eeuw. De terreinen waarop deze stonden werden genivelleerd en verkocht en voor het grootste deel opnieuw in gebruik genomen als landbouwgrond. De terreinen links van de Waversesteenweg bleven lang gespaard van verstedelijking. Met uitzondering van een villa en twee pachthoeven bevonden zich hier tot aan de afspanning La Rose Blanche alleen maar tuinen en zandgroeven.
De straat werd in 1820 aangelegd in het verlengde van de Francartstraat, tussen de voormalige Waversesteenweg en de zone van de Esplanade, die ongeveer overeenkomt met een glacis van de voormalige omwalling. Dit terrein werd als militair oefenterrein gebruikt, tot dit onmogelijk werd gemaakt door de aanleg van de nieuwe lanen, waarmee in 1829 werd begonnen. De Esplanade bleef lange tijd verwaarloosd terrein, tot het kort na 1850 door de stad Brussel werd geannexeerd (K.B. van 23.08.1851) en zijn stadsontwikkeling begon.
Aanvankelijk heette deze weg rue d'Orange [Oranjestraat] en daarna rue Léopold [Leopoldstraat] en werd lange tijd rue du Glacis [Glacisstraat] genoemd, verwijzend naar het glacis van de voormalige omwalling. De straat kreeg haar huidige naam na de Eerste Wereldoorlog.
De straat werd vanaf 1840 geleidelijk bebouwd met sobere huizen in neoclassicistische stijl, meestal met symmetrische compositie; de enige uitzondering is het gebouw op nr. 26-28 in eclectische stijl met polychroom parement van 1884 (zie dit nr.). De opeenvolging van sobere bepleisterde gevels verleende de straat een grote architecturale eenheid, die echter intussen werd verstoord door nieuwe gebouwen (nr. 18, 24 en 26: grote kantoorgebouwen gebouwd tussen 1960 en 1977, ter vervanging van neoclassicistische huizen) en diverse verbouwingen. Niettemin zijn er nog enkele gehelen van deze homogene bebouwing bewaard (bvb.: nr. 19 tot nr. 23 en nr. 30 tot nr. 34).
Sommige gevels werden verrijkt met elementen in laat neoclassicistische stijl (toevoeging van bossage op de benedenverdieping, geprofileerde omlijstingen, decoratieve sleutels, balkon met ijzeren borstwering, zoals bvb. op nr. 29, als geheel ontworpen met nr. 31) of later, in Beaux-Artstijl en art deco (nr. 10: oorspronkelijk in neoclassicistische stijl en verbouwd in 1927).
De onpare kant, waarvan de oorspronkelijke indeling het best bewaard is gebleven, eindigt met een groot gebouw van de Société Financière de Transport et d'Entreprises industrielles, dat een deel van het huizenblok in beslag neemt tussen de Edinburgstraat, de Marsveldstraat en de Napelsstraat (Marsveldstraat nr. 23-25 – Napelsstraat nr. 38-40). Alleen de gevels in eclectische stijl met renaissance-elementen zijn thans nog bewaard (architect Georges Dhaeyer, 1907); het interieur werd in 2000 volledig verbouwd (architectenbureau ASSAR).
In deze straat woonde de eerste burgemeester van Elsene, Hippolyte Legrand, die hier in 1827 twee percelen kocht waarop hij twee huizen liet bouwen: het ene op het vroeger nr. 22, thans gesloopt en het tweede op het nr. 27, waar hij tot aan zijn dood in 1858 woonde (zie dit nr.).
Bronnen
Archieven
GAE/OW Historique des rues (1925).
GAE/DS 10: 105-10; 17: 105-17; 18: 105-18; 20-22: 105-20-22; 24-26: 105-24-26; 36-44: 105-36-44.
GAE/DS Marsveldstraat 23-25: 62-25; 236-38.
Publicaties en studies
DELABY, E., ‘La rue du Bourgmestre et les avatares d'un vieux chemin de campagne', Mémoire d'Ixelles, 16, 1984, s.p.
GONTHIER, A., Histoire d'Ixelles, Le Folklore Brabançon éd., Impr. De Smedt, Brussel, 1960, pp.116-124, 138-147.
LE ROY, P., Monographie de la commune d'Ixelles, Imprimerie Générale, Brussel, 1885, pp.201-203.
WAUTERS, A., Histoire des environs de Bruxelles, ou description historique des localités qui formaient autrefois l'ammanie de cette ville [1855], éd. Culture et Civilisation, Brussel, 1973.
Kaarten / plannen
Atlas des communications vicinales de la commune d'Ixelles, 1841.