Typologie(ën)

gelijkvloers met handelszaak
woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Ontwerper(s)

Hubert DE KOCKarchitect1914

Stijlen

Eclectisme

Onderzoek en redactie

1997-2004

id

Urban : 7721
lees meer

Beschrijving

Ensemble van twee huizen in eclectische stijl met polychroom parementGangbaar geveltype in België tussen 1890 en 1914, gekenmerkt door een speelse verwerking van kleurrijke materialen en tal van ornamenten; vaak gevels met een asymmetrische compositie. n.o.v. arch. Hubert De Kock, 1914.

Vier bouwlagen, tweede als tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen.. Bakstenen gevels met hardstenen banden. Overwegend venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder I-balkIJzeren latei met I-profiel.. Nr. 11 en eerste twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van nr. 9 bijna identiek en volgens spiegelbeeldschema; getoogde deuren, naast vitrine tussen pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. en onder verdeeld bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. en entablementHoofdgestel of onderdeel ervan (vb. kroonlijst) als bekroning van muuropening; entablement vaak op consoles.. HoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met hardstenen architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). van rode en witte baksteen volgens dambordpatroon en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop..

Nr. 9. Drie ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), rechts geflankeerd door lager volume met gekoppeldeTwee of meerdere identieke bouwelementen (vensters, zuilen, pilasters) die tot een groter (symmetrisch) geheel zijn samengevoegd. rondboogvensters. ToegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. verschillend van nr. 11 door uitsprong en trapezoïdale houten erkerRechthoekig of veelhoekig uitbouwsel, als het ware op de gevel geplakt en daardoor deel uitmakend van de achterliggende ruimte; vaak over één of meer verdiepingen gestapeld. onder terras met gietijzerenHard, bros en niet smeedbaar ijzer; gegoten in herbruikbare mallen; meestal gebruikt voor de borstwering van balkons. borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Rechter traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) verspringend met voornamelijk getoogde venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. die traphuis verlichten. MansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken. (1928).

Nr. 11. Gevel met twee ongelijke traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). HoofdtraveeBredere en rijker uitgewerkte travee, meestal van een huis met asymmetrische compositie; vaak in risaliet en onder bekronende topgevel. met monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel. op verdiepingen; balkons volgens verkleinende ordonnantie, deels bewaarde borstweringen1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. VensterleuningenLage, versierde leuning boven een onderdorpel, meestal in metaal. op tussenverdiepingLage verdieping tussen twee bouwlagen; vaak boven commerciële benedenverdieping gelegen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). vervangen.

Bronnen

Archieven
GASG/DS 48 (1914); 9: 47 (1928).