Typologie(ën)
winkel
Ontwerper(s)
Adolphe STAATJE – architect – 1941
Juridisch statuut
Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024
Stijlen
Modernisme
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Inventaris van het Bouwkundig Erfgoed 1939-1999 (ULB)
- Het monumentale erfgoed van België. Anderlecht-Kuregem (Archistory - 2017-2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek Het ontwerp van een onroerend goed (gebouw) door een gerenommeerde kunstenaar (architect) kan maar zeer zelden als criterium worden beschouwd. Om het belang van de selectie van dit onroerend goed te beoordelen, en de plaats dat het inneemt in het oeuvre van een kunstenaar (architect), is dit een criterium dat moet worden afgewogen met de architectonische kwaliteit (compositie en interne structuur), de uitvoering (materialen, technische beheersing), de plaats in de architectuurgeschiedenis dewelke een getuigenis zijn van een fase of aspect van landschapsarchitectuur of de bouwkunst in het verleden. Zodoende gelden koppelingen naar volgende criteria: zeldzaamheid (typologie, stijl, materiaalgebruik, bronnen), representativiteit (idem), authenticiteit (idem + de kwaliteit van de uitvoering) en integriteit (bewaringstoestand, oorspronkelijke elementen)). Een goed bevat ook artistieke waarde als het kunstwerken omvat (beeldhouwwerken, reliëfs ontworpen voor het goed, enz.) of decoratieve elementen uit de oorspronkelijke bouwperiode of met bijzondere kwaliteit (gesigneerd glasramen, sgraffito, lichtbeuk, enz.).
- Esthetisch Historisch gezien werd die waarde aangewend om waardevolle groene ruimten en natuurlijke of halfnatuurlijke gebieden aan te duiden. De waarde kan ook gelden voor grote gehelen van gebouwen in een stedelijk gebied, met of zonder natuurlijke elementen, of monumenten die het stadslandschap markeren. Een afweging met andere waarden dringt zich tevens op: de artistieke, de landschappelijke (integratie van het werk in het stedelijk landschap, oriëntatiepunten in de stad) en de stedenbouwkundige waarde (spontane of rationele stedelijke gehelen). De volgende selectiecriteria worden er eveneens aan gekoppeld: de ensemblewaarde en de contextuele waarde.
- Historisch Het onroerend goed heeft een historische waarde : - als het getuigt van een bijzondere periode in de geschiedenis van de streek of de gemeente; - of als getuigenis van een periode en/of een zeldzame ontwikkeling van een periode (bv. tuinstad die representatief is voor een bouwwijze die werd toegepast in het kader van de grote bouwcampagnes na de Tweede Wereldoorlog; dorpskernen die de eerste gegroepeerde bouwwerken van de gemeenten van de tweede ring illustreren; de Hallepoort als overblijfsel van de tweede omwalling; - of als getuigenis van een bepaalde stedelijke (en/of landschappelijke) ontwikkeling van de stad (bv. gebouwen aan de centrale lanen of in de Leopoldswijk); - of wanneer het een band vertoont met een belangrijke historische figuur – met inbegrip van persoonlijke huizen van architecten en kunstenaarsateliers (bv. het geboortehuis van Constantin Meunier, het huis van Magritte); - of in verband kan worden gebracht met een belangrijke historische gebeurtenis (bv. huizen van de wederopbouw na het bombardement van 1695, de Congreskolom); - of een typologische representativiteit vertoont die kenmerkend is voor een commerciële of culturele beroepsactiviteit (bv. kerken, bioscopen, industriële architectuur, apotheken); - of als het representatief is van het oeuvre van een belangrijke architect in de architectuurgeschiedenis op internationaal, nationaal, regionaal of lokaal niveau (dit betreft zowel befaamde architecten als V. Horta, V. Bourgeois, M. Polak als secundaire architecten, die lokaal verbonden worden aan een gemeente zoals Fernand Lefever in Koekelberg of Emile Hoebeke in Sint-Agatha-Berchem).
- Stedenbouwkundig Sommige bouwkundige goederen of landschappen hebben in het verleden een prominente rol gespeeld in de planmatige inrichting van de bebouwde ruimte en de stedelijke ruimte. Meestal bepalen zij andere stedenbouwkundige (plan)vormen zodat er zich een wisselwerking voortdoet tussen bebouwde en niet-bebouwde (of open) ruimte. Die inrichting omvat ook de samenhang tussen verschillende schaalniveaus. Een onroerend goed heeft stedenbouwkundige waarde wanneer het daarin een rol speelt, bijvoorbeeld : - hoekgebouwen; - coherente pleinen of homogene huizenrijen (gevels die een ensemble vormen van dezelfde stijl, periode en volume); - tuinwijken, - deskundig ingeplante torens (hoogbouw) en hun relatie tot hun onmiddellijke kwaliteitsvolle omgeving die coherent kan zijn, maar ook contrastrijk, - relicten van stedenbouwkundige concepten en hoe die architecturaal (en typologisch) zijn of werden ingevuld, zoals bijvoorbeeld de nog bewaarde eclectische stadspaleizen en/of herenhuizen in de Leopoldswijk.
Onderzoek en redactie
2016, 2019
id
Urban : 36464
Beschrijving
Modernistisch gebouw, oorspronkelijk bestemd
voor een kantoor en magazijn, ontworpen in 1941 door architect Adolphe Staatje
voor Jos. Vanhoff, concessionaris van gereedschapswerktuigen, en rond 1923 gebouwd
op een perceel dat uitmondt op nr. 47 Poincarélaan. Gesigneerd op de sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel. “AD.STAATJE
/ ARCHITECTE S.C.A.B.”.
Geschiedenis
Rond 1860 werd aan de laan een neoclassicistischArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. huis met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en een inrijpoort gebouwd, dat in 1928 door architect A. Crollaer art-decostijl werd heropgebouwd om er het magazijn en de woning van Jos Vanhoff in onder te brengen. Het gebouw werd toen aangevuld met een achterliggend magazijn onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. – een voormalige feestzaal – gevolgd door een binnenkoer en een toonzaal voor de machines. Die verving of hergebruikte een groot volume dat al op een kaart uit 1881 aangegeven stond. Een volume aan de rechterkant ervan werd in 1930 verhoogd. In 1941 werd het eigendom uitgebreid tot aan de Plantinstraat, ten koste van de omheinde binnenplaats en van de bijgebouwen van een herenhuis (ca. 1860) gelegen Brogniezstraat nr. 15. Dat huis werd door Vanhoff gekocht en door dezelfde Staatje in datzelfde jaar gesloopt en vervangen door een groot modernistischInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. appartementsgebouw, waarin de hoge ingang werd opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. van een onderhoudsloods die was verbonden met het nieuwe volume aan de Plantinstraat. Het bedrijf werd in 1950 overgenomen door Sovemo, dat in 1956 het aanpalende hoekhuis aan de kant van de laan sloopte om nr. 47 naar oorspronkelijk model te verlengen (n.o.v. architecten Crickx en Tassoul). Nadien werd de benedenverdieping van dit gebouw verbouwd.
Beschrijving
De uitbreiding naar de Plantinstraat uit 1941 heeft een gevel in gele baksteen met beklemtoonde horizontale voegen, op een hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Van rechts naar links, verlenging van het volume van de toonzaal (magazijn), met een monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. beglaasde ingang, een halfrond kantoor inspringend t.o.v. de gevel, en een schuine inrijpoort. Een kleine kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. bekroont het geheel.
De ingang van het magazijn wordt opgedeeld door twee zuiltjes verbonden door een tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. waarop een fijne geprofileerde lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. rust, het geheel in gewapend beton. Oorspronkelijk zou het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. worden versierd met de naam van de handelaar in grote losse letters; erboven bevat een tondo van gekleurd glas nog altijd diens monogram. Een groot rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. verlicht het kantoor; de schuine vensterbank sluit aan op de drieledige afschuiningSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. rechts.
De verwijdende omlijstingen van alle muuropeningen en de zuiltjes rond de ingang zijn bekleed met kleine beige keramiektegels. Het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. was oorspronkelijk volledig van metaal gemaakt, met een volle kantelpoort en een ijzeren roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. voor het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van het kantoor en de grote ingang.
Geschiedenis
Rond 1860 werd aan de laan een neoclassicistischArchitectuurstroming (vanaf eind 18e eeuw tot ca. 1914) met voorliefde voor orde en symmetrie, gekenmerkt door bepleisterde en wit beschilderde lijstgevels die het stadsbeeld uniformiseren. Verhoudingen en vormentaal van deze stroming evolueren met de tijd. huis met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en een inrijpoort gebouwd, dat in 1928 door architect A. Crollaer art-decostijl werd heropgebouwd om er het magazijn en de woning van Jos Vanhoff in onder te brengen. Het gebouw werd toen aangevuld met een achterliggend magazijn onder schilddakDak met twee driehoekige dakvlakken aan de smalle zijde en twee trapeziumvormige aan de lange zijde. – een voormalige feestzaal – gevolgd door een binnenkoer en een toonzaal voor de machines. Die verving of hergebruikte een groot volume dat al op een kaart uit 1881 aangegeven stond. Een volume aan de rechterkant ervan werd in 1930 verhoogd. In 1941 werd het eigendom uitgebreid tot aan de Plantinstraat, ten koste van de omheinde binnenplaats en van de bijgebouwen van een herenhuis (ca. 1860) gelegen Brogniezstraat nr. 15. Dat huis werd door Vanhoff gekocht en door dezelfde Staatje in datzelfde jaar gesloopt en vervangen door een groot modernistischInternationale stijl (vanaf ca. 1920) waarbij het functionele primeert op de vorm. Wordt gekenmerkt door een rationeel grondplan, eenvoudige geometrische vormen, platte daken en het gebruik van moderne materialen zoals gewapend beton. appartementsgebouw, waarin de hoge ingang werd opengewerktOpengewerkt, voorzien van een stelsel van kleine, decoratieve openingen. van een onderhoudsloods die was verbonden met het nieuwe volume aan de Plantinstraat. Het bedrijf werd in 1950 overgenomen door Sovemo, dat in 1956 het aanpalende hoekhuis aan de kant van de laan sloopte om nr. 47 naar oorspronkelijk model te verlengen (n.o.v. architecten Crickx en Tassoul). Nadien werd de benedenverdieping van dit gebouw verbouwd.
Beschrijving
De uitbreiding naar de Plantinstraat uit 1941 heeft een gevel in gele baksteen met beklemtoonde horizontale voegen, op een hardstenen sokkelHoge plint van een gevel; fungeert als voetstuk in ordonnantie van de gevel.. Van rechts naar links, verlenging van het volume van de toonzaal (magazijn), met een monumentaleZuilen of pilasters die over de volle hoogte of over meer dan één verdieping opgaan, onafhankelijk van de door vensters en bouwlagen gegeven maten. beglaasde ingang, een halfrond kantoor inspringend t.o.v. de gevel, en een schuine inrijpoort. Een kleine kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). in similiBepleistering ter imitatie van natuursteen. bekroont het geheel.
De ingang van het magazijn wordt opgedeeld door twee zuiltjes verbonden door een tussendorpelStenen dorpel die een deur of venster horizontaal in tweeën deelt. waarop een fijne geprofileerde lateiBalkvormig element van hout, steen, beton of metaal dat een muuropening overspant en bovenliggend metselwerk steunt. rust, het geheel in gewapend beton. Oorspronkelijk zou het bovenlichtBovenste gedeelte van een raam- of deurkozijn, gescheiden door een dwarsregel; soms voorzien van glas-in-lood en/of roeden. worden versierd met de naam van de handelaar in grote losse letters; erboven bevat een tondo van gekleurd glas nog altijd diens monogram. Een groot rechthoekig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. verlicht het kantoor; de schuine vensterbank sluit aan op de drieledige afschuiningSchuine vlakke kant aan een houten of stenen bouwonderdeel. van de onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. rechts.
De verwijdende omlijstingen van alle muuropeningen en de zuiltjes rond de ingang zijn bekleed met kleine beige keramiektegels. Het raamwerkVast of bewegend houten of metalen omlijsting van een ruit binnen een kozijn. was oorspronkelijk volledig van metaal gemaakt, met een volle kantelpoort en een ijzeren roedeverdelingDunne houten of metalen staaf in een kozijn waarin glasruiten worden bevestigd. voor het vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. van het kantoor en de grote ingang.
Bronnen
Archieven
GAA/DS 21436 (28.12.1928), 22626 (11.04.1930), 31242 (29.04.1941), 37636 (27.03.1956); Brogniezstraat 15: 31303 (05.06.1941).
Tijdschriften
Almanachs du Commerce et de l’Industrie, “Anderlecht (boul. d’)”, 1923.
Kaarten / plannen
POPP, P. C., Plan parcellaire de la commune de Anderlecht. Développement du village et des Hameaux de Cureghem, de Vee Weide et het Eiland, begin jaren 1860.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1881.
Bruxelles et ses environs, Militair Cartografisch Instituut, 1893.