Typologie(ën)

woning of opbrengsthuis (onbepaald)

Juridisch statuut

Ingeschreven in de wettelijke inventaris op 19 augustus 2024

Stijlen

Neoclassicisme
Traditionele architectuur

Inventaris(sen)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31172
lees meer

Beschrijving

Op hoek met Heilige Geeststraat. Diephuis met drie bouwlagen en respectievelijk drie en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder afgesnuit zadeldakDak met twee hellende dakvlakken.. Oude, traditioneleBak- en zandsteenstijlHet bakstenen metselwerk wordt gecombineerd met natuurstenen elementen (bv. voor de plint, rond de gevelopeningen, aan de kroonlijst, ...), terwijl in het interieur houten draagconstructies voorkomen. Deze gebouwen bezitten zadeldaken, vaak met trapgevels. (16e-18e eeuw).VakwerkbouwBij vakwerkbouw brengt men leem aan op een houten geraamte van stijl- en regelwerk, versterkt met vitswerk (tot 19e eeuw). 17e eeuwse kern, aangegeven door bewaarde muurankers, de zijgevel, dakvorm en recent vernieuwde achterpuntgevel met aandak.

Aangepast met een lijstgevel in laat-classicistische stijl, in eind 18e- begin 19e eeuw. Recent gedecapeerd. Bakstenen voorgevel met licht getoogdeBoog die minder dan een halve cirkel beschrijft; boog in de vorm van een cirkelsegment. Bij vensters spreekt men dan van een getoogd venster of steekboogvenster. bovenvensters in vlakke blokomlijsting; tot 1835 rondboogdeur met imposten en flankerende rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. onder gestrekte waterlijstenVooruitspringende rand in het gevelvlak die regenwater buiten gevel laat afdruppelen. op de begane grond. Bak- en zandstenen zijgevel met speklagen en kwartholle neggenAfwisselende opeenvolging van lange en korte zijden van natuurstenen hoekblokken of neggen (geprofileerd) in een bakstenen gevel. van vroegere kruiskozijnen met wigvormige ontlasting in de linker traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...); heden regelmatige ordonnantie met rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. op arduinen dorpelsOnderdorpel van een deur., waarvoor bouwaanvragen van 1828 en 1835. Omlopend hoofdgestelHoog horizontaal lijstwerk ter bekroning van een gevel. met architraafHoofdbalk; het onderste, dragende deel van een klassiek hoofdgestel, meestal geleed door banden., friesHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). waarin steigergatenGat aan de bovenzijde van een gevel waarin de horizontale dwarsbalken van een steiger werden bevestigd; vaak afgedekt door smeedijzeren (sier)deksel. met leeuwenkopvulling, en kroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). met klossenKraagstuk van een kroonlijst met verfijnd uitgesneden en/of gefreesd hangend element of drop. en tandlijst. Gewolfde dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Begane grond verbouwd.

Bronnen

Archieven
SAB/OW10809 (1829), 25666 (1835).