Typologie(ën)
Ontwerper(s)
Stijlen
Inventaris(sen)
- Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)
- Het monumentale erfgoed van België. Vorst (DPC-DCE - 2014-2020)
- Kerkkappen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1830-1940 (Urban - 2019)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Wetenschappelijk
- Technisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
id
Beschrijving
Driebeukige
kerk in neogotische stijl met hogere middenbeuk, koor, kleine hoektoren,
dwarsbeuken en bijgebouwen, gebouwd in 2 fasen, waarvan het eerste deel langs
het koor in 1907 volgens plannen
van ingenieur-architect Henry Vaes en architect Paul Saintenoy en het tweede
deel – omwille van financiële redenen – pas decennia later in 1949-1953 en volgens
gewijzigde plannen van architect De Bauwer.
Geschiedenis
Reeds vanaf het midden van
de 19de eeuw bestond aan het kruispunt van de Brusselse steenweg en
de Roose straet (huidige
Steenbeukstraat) een kapel gewijd aan Sint-Antonius. De boeren die in de buurt
woonden hielden een jaarlijks feest met processie ter ere van Sint-Antonius,
die hun vee diende te beschermen tegen epidemieën.
De snelle verstedelijking
van de Zuidwijk op het einde van de 19de eeuw en de bijhorende
bevolkingstoename leiden in 1897 tot de creatie van een nieuwe parochie die de
bestaande heilige in ere hield: de Sint-Antonius van Paduaparochie. De grenzen
van de parochie bevinden zich tussen de Zenne en het park van Vorst enerzijds,
en het Grondwetplein en de Sint-Denijsstraat anderzijds.
Een noodkapel wordt gebouwd
in de de Mérodestraat 225-227 (zie de Mérodestraat 225-227) die reeds snel te
klein wordt bevonden. Twee jaar na de oprichting van de kapel beslist de
gemeenteraad van Vorst om een financiële bijdrage te leveren aan de nieuwe
parochie. Ze stelt de landmeter Ph. Cattoir aan om een nieuw stedenbouwkundig
project uit te tekenen waarbij de definitieve kerk aan een voorplein wordt
gebouwd en omgeven wordt door nieuwe straten. Zo wordt een algemeen perspectief
gecreëerd op het religieus gebouw en krijgt de kerk een centrale plaats in de
nieuwe parochie. Het plan wordt goedgekeurd volgens K.B. van 06.05.1899.
Het ontwerp van de kerk
wordt in 1902 getekend door de ingenieur-architect Henri Vaes (1876-1945) en de
architect Paul Saintenoy (1862-1952). De Kerkfabriek keurt de plannen goed op
16.04.1905 en in 1907 wordt de eerste steen gelegd. De bouwwerken starten aan
de oostzijde van het gebouw maar worden omwille van financiële redenen
stopgezet. Enkel het koor, de dwarsbeuken en de vier eerste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) van de midden-
en zijbeuken worden gebouwd. Een tijdelijk westportaal met groot driedelig
maaswerk dient de kerk af te sluiten. De oorspronkelijke plannen van Vaes en
Saintenoy worden niet volledig gerespecteerd: zo worden in de bijgebouwen de
dakvensters met driehoeksfronton en pinakelsSlanke beëindiging in de vorm van een gotisch torentje. vereenvoudigd en hebben de
maaswerken in de middenbeuk één groot spitsboogvormig vensterLicht- en/of luchtopening in een muur. in plaats van de
twee smalle spitsboogvensters bekroond door een oculusvenster.
De afwerking van de kerk
blijkt te kostelijk en daarom stelt de kerkfabriek in 1941 een nieuwe architect
aan om de oorspronkelijke bouwplannen te wijzigen. Architect De Bauwer maakt
deze plannen op en uiteindelijk wordt het religieus gebouw tussen 1949 en 1953
afgewerkt. De bouwwerken worden deels gefinancierd door de wijnhandelaar
Cinzano die de kelders van de kerk zal gebruiken als reserves voor zijn waren.
De keldervensters in dit deel van het gebouw verraden dit gebruik. In plaats
van de twee laatste traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) die het bestaande gebouw dienden te verlengen
voorziet De Bauwer een lager gebouw bestaande uit twee topgevelsHoogste deel van een gevel, vaak driehoekig en/of getrapt. en langs de
westzijde een brede ingangspoort.
Beschrijving
Plattegrond
Basilicaal plan met middenbeuk van vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geflankeerd door lagere
zijbeuk en dwarsbeuk, langs de oostzijde rechthoekig koor met bijgebouwen waarin
een sacristie. Kleine hoektoren aan de noordoostelijke zijde. Later gebouwd
volume met lagere narthex van één traveeVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en twee zijkapellen uitgevend op
driezijdige apsis.
Buitenzijde
Gevels in bruinrood- en
roodgekleurde bakstenen met elementen in hardsteen. De hoofdgevel bestaat uit
drie delen: een centraal deel geflankeerd door twee zijbeuken. Het centrale
deel wordt bekroond door een puntgevelGevel waarvan de top driehoekig is. waarin drie smalle spitsboogvensters met
maaswerk gevat in één omlijsting met onderaan het beeld van de Heilige Antonius
van Padua, geheel bekroond door een klein oculusvenster en een kruis. Op de
benedenverdieping, massief inkomportaal onder luifelAfdak boven de ingang van een huis of handelszaak., door rechthoekige
pilasters ingedeeld in drie delen.
Zijgevels met enkel-of
veelvuldige spitsboogvensters gescheiden door steunberen. Getrapte tandlijst in
hoofdgestel zijbeuken, boogfriesReeks van kleine (decoratieve) bogen, vaak steunend op kraagstenen. in middenbeuk. Kleine zijkapellen in de
narthex. Bijgebouw van twee bouwlagen langs de zuidelijke zijgevel voorzien van
tweelichten en dakkapellenUit het dakvlak opgaand venster; meestal in hout en vaak onder spitse kap.. Langs de noordelijke zijgevel dwarsbeuk onder
puntgevel.
Interieur
Hoofd- en zijbeuken voorzien van kruisribgewelven en geritmeerd door
spitsboogvormige arcadesEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. op kolommen met veelzijdige kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen.. Meest oostelijk
kolom met kapitelenKopstuk van een zuil, pijler of pilaster; algemeen om de gedragen last op een smaller draagvlak over te brengen. voorzien van acanthusbladeren. Kolommen in blauwe steen,
muren geschilderd met schijnvoegenImitatievoeg in metsel - of pleisterwerk, aangebracht om regelmatige verdeling te bewerkstelligen of bijvoorbeeld natuurstenen parement (simili) te suggereren. en vloer in zwart-witte tegels die samen
ruitmotieven vormen. Koor voorzien van muurschilderingen met onder andere de
voorstelling van het kind Jezus in de stal en de Annunciatie. Doopkapel in de
narthex met doopvont in zwarte marmer en tweede zijkapel gewijd aan
Sint-Antonius van Padua.
Bronnen
Archieven
AGV/ OW dossier 52, K.B. 06.05.1899.
Archief VIOE, Bulletin van de
Koninklijke Commissie van kunst en archeologie. Sint-Antonius van Paduakerk in
Vorst, plannen, 1902.
Bulletin van de Koninklijke Commissie
van kunst en archeologie, XLV (1906), p. 67; L (1911), pp. 26, 27.
BSE, Documentatiecentrum Monumenten en Landschappen, Koninklijke Commissie Monumenten en Landschappen, correspondentiemateriaal
Sint-Antonius van Paduakerk.
Publicaties en studies
COEKELBERGHS, D., Fotorepertorium van
het meubilair van de Belgische bedehuizen. Provincie Brabant, Kanton Ukkel, KIKIRPA, 1979, p. 13.
HUSTACHE A., Forest,
CFC-Éditions, Brussel, 2001 (coll. Guide des communes de la Région bruxelloise),
pp. 42-43.
VERNIERS, L., Histoire de Forest Lez
Bruxelles, A. De Boeck, Brussel, 1949, p. 263.
KIKIRPA,
Kerk Sint-Antonius van Padua, voorgevel, 1970, clichénummer M059281.
Tijdschriften
«La mosquée bruxelloise comme projet», Bulletin de Clara, 2, 2014, pp. 43, 44, 58-63.
Website
http://archiwebture.citechaillot.fr/fonds/FRAPN02_BAH46/inventaire/objet-25183
http://balat.kikirpa.be/photo.php?path=M059281&objnr=20005655&lang=fr-FR&nr=1
https://terrainsdarchitecture.wordpress.com/2012/12/12/les-elevations-de-leglise-saint-antoine-quatre-photos-asservies/