Typologie(ën)
gelijkvloers met handelszaak
opbrengsthuis
opbrengsthuis
Ontwerper(s)
Pierre MEEWIS – architect – 1923
Stijlen
Beaux-Artsstijl
Inventaris(sen)
- Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
- Het monumentale erfgoed van België. Sint-Gillis (DMS-DML - 1997-2004)
Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)
- Artistiek
- Esthetisch
- Historisch
- Stedenbouwkundig
Onderzoek en redactie
1997-2004
id
Urban : 9288
Beschrijving
Huis in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. n.o.v. eigenaar arch. Pierre Meewis, 1923, door verbouwing van oorspronkelijk huis in neoclassicistische stijl met twee bouwlagen van 1863.
Op benedenverdieping winkelpui met bijzonder verfijnd schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met rococo-inslag: inspringende centrale deur binnen afgeronde beglaasde omlijsting; beglaasde en getraliede deur naar verdiepingen. Op verdiepingen similigevel. Op eerste verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met vrouwengezicht; centraal balkon met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Tweede en derde verdieping geritmeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; tussen beide verdiepingen spiegels met gestukte vazen tussen rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... op verdiepingen vervangen. Winkelinterieur met gestukte plafonds en vleugeldeur onder fraai glasraam.
Op benedenverdieping winkelpui met bijzonder verfijnd schrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... met rococo-inslag: inspringende centrale deur binnen afgeronde beglaasde omlijsting; beglaasde en getraliede deur naar verdiepingen. Op verdiepingen similigevel. Op eerste verdieping venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met sleutelSluitsteen van een opening; weerhoudt de gewelfstenen in een boog of gewelf. met vrouwengezicht; centraal balkon met gebuikteMet een buik staand; welvend oppervlak dat een ongelijkmatige boogwerking vertoont. smeedijzeren borstwering1. Verhoogd gedeelte van een vestingsmuur waarachter men veilig kan lopen; - 2. Muurtje of hekwerk (balkon, terras); - 3. Deel van een muur tussen vloer en onderzijde van een venster; - 4. Verhoging van de buitenmuren van een huis boven de zolderbalken waarop een muurplaat rust.. Tweede en derde verdieping geritmeerd door kolossale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.; tussen beide verdiepingen spiegels met gestukte vazen tussen rankwerkVersiering bestaande uit een buigzame, slingerende tak, versierd met lofwerk.. SchrijnwerkVerzameling van al het (niet-constructief) houten materiaal zoals deuren, vensterkozijnen, erkeronderdelen, kroonlijst, …; bij uitbreiding ook materiaal in aluminium, PVC, ... op verdiepingen vervangen. Winkelinterieur met gestukte plafonds en vleugeldeur onder fraai glasraam.
Bronnen
Archieven
GASG/DS 186 (1863), 110 (1923).
GASG/DS 186 (1863), 110 (1923).