Typologie(ën)

school
kapel

Ontwerper(s)

Jean POTVINarchitect1966-1967

SLATERarchitect1854

Edward CAREELSarchitect1911-1920

HERGÉtekenaar/ontwerper1922

Statut juridique

Beschermd sinds 17 februari 2022

Stijlen

Neoclassicisme
Neogotiek
Beaux-Artsstijl
naoorlogs modernisme

Inventaris(sen)

  • Actualisatie van het inventarisatieproject van het Bouwkundig Erfgoed (DMS-DML - 1995-1998)
  • Het monumentale erfgoed van België. Elsene (DMS-DML - 2005-2015)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch
  • Stedenbouwkundig

Onderzoek en redactie

2009-2011

id

Urban : 20062
lees meer

Beschrijving

Schoolcomplex.

Geschiedenis
Op initiatief van de parochiepriester van Sint-Bonifaas wordt in 1862 een lagere school opgericht. Vanaf 1866 vaart de school een meer onafhankelijke koers en wordt ze uitgebreid met een middelbare school. Na talrijke tijdelijke onderkomens vindt het Instituut in 1911 haar vaste stek in het armentehuis met school voor ‘enfants malades, rachitiques et valétudinaires’ van de Zusters van Sint-Vincentius a Paulo van Gijzegem.
Dit neoclassicistisch tehuis (A) ligt ongeveer centraal in het bouwblok en was omgeven door een tuin met een omheiningmuur in de Viaductstraat en een toegangsdreef vanaf de Raadstraat. Het ontwerp naar de hand van architect Slater (1854) zou geïnspireerd zijn deze van dokter Monthuer voor zijn instituut te Wenen.

[i]Institut Saint-Boniface[/i], kapel en hoofdgevel van het centrale gebouw (KIK-IRPA © MRBC - MBHG, 2010).

Tussen 1911 en 1920 wordt het centrale gebouw ingrijpend verbouwd (rondboogvensters worden rechthoekig, derde bouwlaag met mansardedakGebroken kap of Frans dak met met steile ondervlakken en licht hellende bovenvlakken., totale herinrichting interieur, afbraak kapel,…) en het schoolcomplex aanzienlijk uitgebreid naar plannen van architect Edward Careels. In 1914 start men in de Viaduktstraat met de bouw van een nieuwe vleugel (B) met klaslokalen aan weerszijden van de centrale zaal onder lichtkoepel. Twee vleugels verbinden deze met het oude gebouw. De neogotische kapel met toren en verbindingsarcade vormt de noordoostelijke vleugel (C).
In 1933-34 wordt de gevel in de Viaduktstraat bepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. in Beaux-ArtsstijlArchitectuurstroming (ca. 1905-1930) met reminiscenties aan de grote Franse architectuurstijlen uit de 18e eeuw. Rijk en zorgvuldig gedecoreerde gevels in natuursteen en/of simili of in combinatie met baksteen. Borstweringen en poorten in fraai uitgewerkt smeedwerk. met similiBepleistering ter imitatie van natuursteen..
De modernistische vleugel in de Raadstraat wordt tussen 1966 en 1967 gebouwd n.o.v. architect Jean Potvin.
In 2007 werd in een voormalig scoutslokaal van het schoolcomplex muurschilderingen n.h.v. Hergé herontdekt. De schilderingen dateren uit 1922 en bestaan uit monochrome friezenHorizontale band om een muurvlak in te delen of aan de bovenzijde te begrenzen; al dan niet beschilderd of versierd (terracotta, sgrafitto, cementtegels…). met Indianen, scouts en galopperende ridders te paard en een kaart van België met aanduiding van de kampplaatsen van de scouts.

Beschrijving
Neoclassicistisch hoofdgebouw (A) n.o.v. architect Slater, 1854. Vrijstaand volume, oorspronkelijk met symmetrische gevel van twee bouwlagen, zeven traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) breed en vier diep. Gevels voorheen voorzien van rondboogvormige muuropeningen en risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. in drie centrale traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) met geaccentueerde toegangstraveeTravee waarin de toegang is ondergebracht. onder frontonDriehoekige of segmentvormige bekroning van een gevel of muuropening.. Geheel herhaaldelijk verbouwd en uitgebreid tot huidige situatie.

[i]Institut Saint-Boniface[/i], gevel in Viaductstraat (Françoise Waltéry © MRBC - MBHG, 2011).

H-vormige vleugel (B) langs Viaductstraat, 1914-1920. BepleisterdMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. volume met twee bouwlagen, attiekverdiepingVerdieping (soms halve verdieping), gelegen net boven de kroonlijst of als terugspringende hoogste verdieping van een gebouw.  en vijftien traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) onder plat dak. Eerste bouwlagen geleed door monumentale pilastersPlatte, weinig uitspringende muurpijler, vaak met basis en kapiteel.. Rechthoekige muuropeningen. KroonlijstStelselmatig uitkragende geprofileerde lijst boven een muur of een ander belangrijk bouwdeel (entablement). op modillonsRechthoekig kraagstuk, ter versiering van een kroonlijst..
Gevel langs Viaductstraat op nivellerende sokkel en met simili-bepleistering (1933-1934). Risalieten met verspringende bouwlagen versierd met neutenpanelenU-vormig sierpaneel. met guirlandes; centraal risalietRisaliet (Italiaans, van risalto: uitstekend deel), vooruitspringend volume van een gevel dat over de hele hoogte doorloopt en soms hoger is; naar gelang de positie worden er midden-, zij- en hoekrisalieten onderscheiden. met paneel met opschrift “Institut St Boniface”.

[i]Institut Saint-Boniface[/i], verbindingsgalerij (KIK-IRPA © MRBC - MBHG, 2010).

Verbindingsvleugel tussen hoofdgebouw en H-vormige vleugel met twee bouwlagen en vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...). Benedenverdieping opengewerkt door hardstenen arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. bestaande uit korfbogenBoog samengesteld uit een aantal ineenvloeiende cirkelbogen die samen nagenoeg een liggende ellips vormen. met voluutsleutelop Toscaanse zuilen (mogelijk gerecupereerde 17e-eeuws).

[i]Institut Saint-Boniface[/i], kapel (KIK-IRPA © MRBC - MBHG, 2010).

Niet-georiënteerde neogotische kapel (C) n.o.v. architect Edward Careels, 1911. Omwille van oorlogsomstandigheden uiteindelijke pas in 1920 voltooid.

Kapel onder (leien) zadeldakDak met twee hellende dakvlakken. en tussen puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is., met toren en smalle zijbeuk. Gevels in witsteen met hardstenen elementen. Voorgevel (koor) met roosvenster, geflankeerd door vierkante toren met versneden steunberen en tentdak. Tussen toren en hoofdgebouw verbindingsgalerij met arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. van korf- en spitsbogen; deel van galerij opklimmend tegen toren. In oksel van toren en zijbeuk traptorentje. Zijbeuk van vijf traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) geleed door versneden steunberen en puntgevelsGevel waarvan de top driehoekig is. met spitsboogvensters met maaswerk; onderbouwHoge sokkel, reikend tot ongeveer het midden van de toegang; meestal in hardsteen. van twee gedrongen verdiepingen met vijflichten.

Interieur
Schip onder spits houten tongewelf met dito trekkers; wanden geleed door spitsboogopeningen, in noordelijke gevel blindZonder opening; blind venster, schijnopening.. Vlakke koorafsluiting met roosvenster met behouden glas-in-lood. Vloer thans aanzienlijk verhoogd tot niveau van voormalig zijbeuksgalerij en doksaal. Drieledige arcadeEén of meerdere bogen, steunend op zuilen of pijlers; kan ook blind zijn. van die laatste evenwel behouden. Voormalige kapel thans ingericht als turnruimte.

Bronnen

Archieven
GAE/DS 59-59-78, 306-82.

Publicaties en studies
MEGANCK, M., CLAES, X., Bruxelles par-delà les murs : 160 intérieurs d'îlots dévoilés, Aparté, Brussel, 2006, fiche 119.

Tijdschriften
SCAILLET, T., ‘Bâtiment central de l’Institut: 150 ans!’, La Revue, Institut Saint-Boniface-Parnasse, 173, 2004, pp. 52-55.

Websites
Institut Saint-Boniface-Parnasse, http://www.saint-boni.be/#/accueil.php