Inventaris(sen)

  • Bouwen door de eeuwen heen in Brussel. Stad Brussel (1989-1993)
  • Permanente actualisatie van de inventaris van het Bouwkundig Erfgoed (DPC-DCE)

Dit (deze) goed(eren) bezit(ten) de volgende waarde(n)

  • Artistiek
  • Esthetisch
  • Historisch

Onderzoek en redactie

2016

id

Urban : 31866
lees meer

Beschrijving

Reeks oude kernen - voor het merendeel minstens opklimmend tot de 17e eeuw of eind 17e – begin 18e eeuw - in de loop van de 19e eeuw aangepast met bepleisterdeMuur of plafond bedekt met een laag mortel op basis van een mengsel van kalk, gips of cement en zand, met of zonder andere fijne toeslagmaterialen. gevels.
Diep- en breedhuizen met op nr. 41 na, ontpleisterde bakstenen voorgevels, met min of meer behouden zandstenen speklagen, dagkantenBinnenkant (tussen muurvlak en kozijn) van de stijlen van een muuropeningen; soms geprofileerd of afgeschuind., hoek- en negblokken; rechte of lelievormige muurankers; rechthoekige venstersLicht- en/of luchtopening in een muur. met lekdrempels, al of niet doorgetrokken. Geplande renovatie waarbij grondige restauratie van de gevels met herbepleistering, grotendeels volgens de bestaande ordonnantie n.o.v. architect B. Goldenberg van 1987, voor bouw van een hotel- of kantoorcomplex.
Nr. 27. Drie bouwlagen hoog hoekpand met vier traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) aan Violetstraat, onregelmatige travee-indeling in Hoedenmakerstraat en houten winkelpui (1898, 1908).
Nr. 29. Vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), 1875 ter vervanging van een vroegere klokgevel, waarvan tot voor kort nog bewaard drielichtGroep van drie smalle vensters binnen dezelfde omlijsting, onderling gescheiden door deelzuiltjes of stijlen/monelen; centraal venster soms hoger dan beide andere..
Nr. 31. Vier bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), 1838 ter vervanging van een vroegere puntgevel. Gemeenschappelijke winkelpui in art decoTendens tot de geometrisering van vormen en architecturale ornamenten die zich uitdrukt in het materiaal- en kleurgebruik. in nr. 29 en 31, n.o.v. architect E. Libion, 1931.
Nr. 33. Voormalige verhoogde halsgevelGevel waarvan de geveltop rechthoekig is en geflankeerd wordt door (gebeeldhouwde) vleugel- of klauwstukken. met drie bouwlagen en drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...), 1833 aangepast tot gevel met bijkomend mezzaninoHalve verdieping, gelegen net onder de kroonlijst.; verhoging met vierde bouwlaag en toevoeging van stucomlijstingen (1876). Laat-classicistische rondboogpoort (nr. 35) uit ca. 1775-1825, zie nr. 37.
Nr. 39. Met vier verkleinende bouwlagen en twee traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en deels aangepaste houten winkelpui (architecten J. Piermont & zoon, 1908,).
Nr. 41. Met drie traveeënVerticale geleding van een gevel, bepaald door afstand tussen twee opeenvolgende steunpunten (vb. muurdammen, zuilen, ...) en eveneens vier verkleinende bouwlagen; naar een ontwerp van architect J. Hertogs, 1910 voor huidig geveldecor en winkelpui met centrale ingang: witmarmeren plint en hoekpenanten, bruin geschilderd houtwerk en afgeronde beglazing; behouden winkelinrichting.

Bronnen

Archieven
SAB/OW 24512 (1898) en 1484 (1908), 24514 (1875), 24497 (1838), 41378 (1931), 24518 (1833) en 24519 (1876), 14708 (1908), 24527 (1910).