Onderzoek en redactie

1989-1994

 

Bekijk de weerhouden gebouwenVan Spoormakersstraat naar Albertinaplein.
Vanouds belangrijke verkeers- en handelsader, behorend tot de vroegste sporen van stedelijke ontwikkeling te Brussel. Deel uitmakend van de zogenaamde Steenweg, aloude invalsweg die de stad in westoostelijke richting doorkruiste, via Castrum, Werf, Nedermarkt en Koudenberg, met minstens tot de 11e eeuw opklimmend tracé, zie ook de Vlaamsesteenweg, Sint-Katelijnestraat, Kiekenmarkt, Grasmarkt, Hofberg en Naamsestraat. De Magdalenasteenweg sloot ten westen aan op de Grasmarkt, ten oosten op de Hofberg. Ca. 1 m 40 onder het huidige straatniveau werd in 1817 een ouder wegdek aangetroffen. Vestiging van de Saccieten aan de noordzijde
in de 13e eeuw.

Huidige benaming sinds de 17e eeuw. De bebouwing werd grotendeels verwoest tijdens het bombardement van 1695, en vervolgens wederopgebouwd. In de 19e eeuw één der belangrijkste winkelstraten van de stad, met een concentratie van luxe-handelszaken. De zuidelijke straatwand werd ontsloten door de aanleg van de Duquesnoystraat en de Sint-Jansstraat (1846), met bijkomende verbindingen binnen het nieuw gevormde bouwblok via de Magdalenamarkt annex Bortiergalerij (1847- 1848). Een project voor een winkelgalerij tussen de Grote Markt en de Magdalenasteenweg door architect Henri Maquet (1873) werd niet uitgevoerd. Een nieuw opgelegde rooilijn voor beide straatzijden van 1860 vond slechts in één perceel (nr. 49) opvolging.
De volledige oostelijke straatwand met uitzondering van de Magdalenakapel en het hoekblok met de Sint-Jansstraat werden vanaf de jaren 1910 tot in de jaren 1950 in fasen gesloopt voor de realisatie van de noordzuid verbinding, het Europakruispunt en het
Albertinaplein. Hogerop ontstond een radicale breuk in de historische continuïteit van de Steenweg door de aanleg van de Kunstberg (1954-1969). Opgenomen in het B.P.A. 30/10 Grote Markt en omgeving (1960), (zie Beenhouwersstraat).

Beide straatwanden vertoonden voorheen een aaneenschakeling van voorname diepe en brede herenhuizen, grotendeels in barokstijl daterend van na 1695, cf. een publicitaire prent met de gevelopstanden van de Magdalenasteenweg in 1825. Het proces van aanpassing van de vroegere topgevels tot lijstgevels, ingezet eind 18e eeuw, bereikte een hoogtepunt in de jaren 1830-1840; gelijklopend vormde zich een aaneengesloten rij winkelpuien op straatniveau, onderhevig aan regelmatige modernisering tot op heden.
Behouden westelijke straatwand met vrij intacte pandenindeling: parallelle reeks diephuizen onderbroken door enkele breedhuizen; slechts een beperkt aantal behouden gevelfronten, meest pilastergevels, in classicerende barok. Overwicht van panden met laat- of neoclassicistisch gevelfront, doch veelal behouden laat 17e eeuws bouwvolume, cf. verankering, dakstructuur of achtergevel. Aanpassingen gericht hetzij op vervanging van de geveltop door een klassieke beëindiging met kroonlijst, hetzij op volledige wederopbouw van de gevel, al of niet met een bijkomende halve bouwlaag of mezzanino zoals op nr. 3 (1843, voorheen tuitgevel; bewaarde lelie-ankers), 19 (1843, voorheen klokgevel), 21, 45, 47 (voorheen verhoogde halsgevel), 53 (1847), 57 (1847, voorheen verhoogde halsgevel) en 59 (voorheen puntgevel). Laat-classicistisch breedhuis van ca. 1800, recent grondig vernieuwd, in nr. 43. Twee topgevels werden op basis van voornoemde prent gereconstrueerd. Hoge appartementsgebouwen uit de jaren 1930 in nr. 13 en 17 (1383).

Bronnen

Archieven
SAB/OW 4476-4485 (1873), 15451 (1843), 15460 (1843), 15475 (1847).

Publicaties en studies
HENNE A., WAUTERS A., 1975, III, fig. 951- 951 a, 955-955 a.

Websites
BALat KIK-IRPA